Een boek over de plaats van de vrouw in de samenleving.
De vrouw was eerst de spil van het huishouden, dat in de eerste vijftig jaren van de vorige eeuw een zeer bewerkelijk instituut was. Haar recht was het aanrecht.
Na de tweede wereldoorlog werd het leven drastisch anders. Er kwamen meer machines, meer welvaart, maar ook meer onvrede bij de vrouwen.
Waarom werkten zij lange en harde dagen zonder eigen loon? Waarom mochten zij niet beslissen over belangrijke zaken, stonden vrouwen als het ware op een tweede plan?
Suzanna Jansen schrijft over de dingen waar haar moeder tegen aan liep, de onvrede, de dagelijkse sleur van poetsen, boenen, wassen. Het leven in een tredmolen. Daar hoefde ja je hersenen niet bij te gebruiken, maar het stompte ook af.
Ik herkende veel dingen uit mijn eigen jeugd. Mijn moeder had graag verder geleerd, maar moest in een dienstje (1919).
Dat ging niet gebeuren voor haar dochters. Mijn zus en ik mochten verder leren, want het was belangrijk dat je onafhankelijk bent. Je eigen geld verdienen was belangrijk.
Een boek met een prettige wisseling van dagelijkse verhalen, gebeurtenissen, maar ook goed gedocumenteerd en teruggrijpend op zaken die in de maatschappij en in de politiek aan de orde kwamen.
Na het lezen heb ik me wel afgevraagd of vrouwen nu beter af zijn. Ja, meisjes en jongens hebben gelijke kansen. Maar wie nu een gezin wil stichten, loopt toch ook tegen allerlei lastige zaken aan. Het is geen keus meer om te werken, maar min of meer een plicht financieel mee te helpen. Met alle stress van dien.