We waren met ons neefje Tim van bijna 4 naar Diergaarde Blijdorp. Hij is gek op dieren en weet er ook heel veel van.
Het begon al bij het parkeren, waar hij achteloos de dieren opnoemde die de parkeerplaatsen markeren. In de dierentuin liet hij duidelijk merken welke dieren zijn voorkeur hadden. Geen vogels, nee, kom verder naar de giraffen. En zijn er ook krokodillen? Ja, die waren machtig interessant. We tilden hem soms even hoog op, zodat hij alles goed kon zien. Langs de zebra’s, naar de olifanten, de neushoorn. Bij de apen wilde hij ook wel wat langer kijken, maar de grote Bokito liet hij links liggen voor de kleinere aapjes. En gaan we nu naar het nijlpaard? Dat dobberde in zijn bassin, maar klauterde er gelukkig ook uit.
Zo, en nu gaan we naar de haaien, hè? Ja hoor, dat hadden we voor het laatst bewaard. Even was ik bang dat hij het maar griezelig zou vinden, in die donkere ruimte van het Oceanium. Maar nee hoor, hij bleef het reuze leuk vinden. “Kijk tante Els, een haai”. Hij had hem eerder ontdekt dan ik en later wees zijn kleine vingertje naar een platte vis. “Een rog”, wist hij. Weer wees zijn vingertje, nu naar een enorme schildpad. Ik weet eigenlijk niet wie er meer genoten, Tim of oom en tante.
In het Oceanium zat ook een man, die in gesprek leek te zijn met een vis. Man en vis staarden elkaar minutenlang aan. Het was een komisch gezicht. “Kijk die meneer eens”, zei Leo, “grappig hè?” Tim keek en concludeerde droog “Die vis kijkt verliefd”.