Niet alleen vrijdag maar ook zaterdag namen Leo en ik deel aan een excursie van de Wereldhavendagen 2017 en stond een excursie naar “de vuilnismannen van de haven” op het programma. We hadden geen idee wat we ons daar bij moesten voorstellen. Maar tijdens een leuke en vlotte presentatie leerden we dat het familiebedrijf Bek en Verburg meer dan een gigantische taak heeft aan het ophalen, sorteren en verwerken van het afval dat wordt aangeleverd door schepen van over de hele wereld. Ze doen dat in alle Nederlandse zeehavens en zorgen ook voor de afvalverwerking van binnenvaartschepen. Een huishouden heeft al zoveel afval, dus je begrijpt dat er tonnen en tonnen afval van die schepen komt. Je kunt het zo gek niet bedenken: plastic, papier, kapotte TL-verlichting, toner-cartridges, maar ook stoelen, stuwhout, batterijen, koelkasten, blik. Wel ruim 150 verschillende soorten afval!
Bek en Verburg komt langszij de schepen en haalt het afval zo op. Zo veel mogelijk begint men daar al met scheiden. Later in de grote loodsen wordt alles verder gescheiden. Afval is niet waardeloos, maar vormt op zichzelf weer een grondstof, want 93% van wat wordt weggegooid, wordt weer hergebruik en de gescheiden goederen gebruikt men om andere producten te maken.
Na de presentatie werden we in drie groepen verdeeld en kregen we achtereenvolgens nog wat uitleg van de directeur, liepen we langs de diverse afvalgroepen en mochten we een kijkje nemen aan boord van één van de ophaalschepen. En wie nou denkt, dat we een beetje smerig thuis kwamen, heeft het goed mis. Alles was opmerkelijk schoon. De schepen leken wel zo van de werf af te komen. Het blonk ons tegemoet. En hoewel het afval hier en daar wat raar rook, zag het er ook beslist opgeruimd en netjes uit. Alles was duidelijk gestructureerd. Een mooi en nuttig bedrijf, waar we best trots op kunnen zijn.