Alles draait tegenwoordig om energie. Hoe we het gebruiken, hoe we het kunnen of moeten besparen en vooral hoe kunnen we het produceren.
Laatst vroeg ik me af of we eigenlijk niet op een verkeerd pad zitten. Want de energie die in de natuur geproduceerd wordt, is veel meer en veel krachtiger dan wij voortbrengen.
Neem een eikel, zo’n gewoon vruchtje van een normale eikenboom in een bos. Wanneer je dat nu plant, is het in de toekomst een boom(pje).
De kinderen van nu zien die boom opgroeien, hun kinderen kunnen er onder in de schaduw zitten en vele generaties lang zorgt die boom voor zuurstof en neemt hij CO2 op. De bladeren zetten zichzelf in de herfst om tot humus en uit de eikeltjes die na een aantal jaren aan de takken groeien, komen weer nieuwe bomen. Een zich alsmaar herhalend proces.
En legt die boom dan uiteindelijk na vele eeuwen het loodje, dan kunnen er weer meubels van het hout gemaakt worden. En de takken warmte geven bij het verbranden. Wat een enorme opbrengst van dat ene kleine eikeltje.
Vergelijk dat eens met wat de mens kan. Met heel veel energie (en verontreiniging) een windmolen of zonnepaneel maken, voor een fractie van de energie die zo’n eik levert.
En wat levert de windmolen na krap een halve eeuw op….? Vooralsnog alleen maar problemen, want waar laten we die troep…
Nou weet ik dat ik appeltjes en peertjes aan het vergelijken ben, maar toch…!