Nostalgie…

Vroeger woonde ik in de buurt van de Van Nelle-fabriek. En wij dronken thuis Van Nelle thee. Of de koffie ook van Van Nelle was, weet ik niet meer. Maar ik neem aan van wel, want mijn moeder spaarde nauwgezet de bonnetjes.

Soms mocht ik dan mee die bonnen inwisselen. Voor de Piggelmee boekjes, maar ook voor lepeltjes, kopjes en later zelfs een koffieapparaat.

Ik vond het Van Nelle gebouw heel imposant. Het rook er lekker en ik herinner de lange gangen. Maar vooral herinner ik me de waarschuwing van mijn moeder, als ik met een minder mooi rapport thuis kwam. “Pas op, je gaat nog naar de koffiebonenzolder”.
Dat betekende dat je dagelijks alle koffiebonen langs je heen zag gaan en dan de slechte bonen er uit moest halen. Het leek me geen fijn werk, dus dan deed ik beter mijn best.

Schrikbeeld

Als ik vroeger niet zo erg mijn best deed op school, dreigde mijn moeder altijd met de “Koffiebonenzolder”.
Wat dat inhield, wist ik eigenlijk niet zo goed, maar dat je er beter niet kon belanden was een ding dat zeker was! Want op die zolder in het Van Nelle-gebouw, waar wij dichtbij woonden, zaten strenge juffen, die met harde hand regeerden. Kinderen die niet wilden leren, moesten daar dag en nacht de slechte koffiebonen uit de goeie bonen halen.Gek genoeg weet ik helemaal niet wat ik me er toen bij voorstelde. Waarschijnlijk zag ik rijen hongerige meisjes op hun blote knietjes die bonen stuk voor stuk in de hand nemen en links (slecht) en rechts (goed) in pakken doen. Die slechte koffie was voor de meisjes zelf, de goede werd natuurlijk verkocht en alleen als je goed leerde, kon je behoorlijk je brood én koffie verdienen!

Wat een idiote voorstelling, vind ik nu. Maar ja, ik deed wel meer mijn best, want op die enge zolder wilde ik beslist niet terecht komen.