Al meteen bij de beschrijving op Facebook leek dit boek me wel wat. Ik hou van zulke verhalen. Gewone mensen in het leven van alledag, met hun eigen problemen, relaties, verdriet en daaromheen de geschiedenis.
Ik kende de schrijfster niet. Dat klopt, want het is een debuutroman. En meteen een dijk van een boek. Niet alleen in omvang, maar ook om te lezen.
Ik leende het bij de bieb en kon het zaterdagmiddag halen. Maandagmiddag was het uit.
Het is het verhaal van vier vriendinnen, wier levens door verschillende draden aan elkaar verbonden zijn. Ik vond het boek passen in dezelfde sfeer als de boeken van Elisabeth Jane Howard, maar ook deed het me denken aan Ken Follett of Jenny Glanfield.
Het boek begint met de nieuwe opleiding van Henny en Käthe in 1923. We leren Lina kennen en Ida en maken kennis met de mensen om hen heen. Zo verschillend, zo herkenbaar, met hun verliefdheden, hun aarzelingen, moeilijkheden en pleziertjes. En dat allemaal tegen de achtergrond van Hamburg en Duitsland tussen twee oorlogen. En verder tijdens de verschrikkingen van het Nazi-regime. Geen vrolijke tijden, maar met zo nu en dan toch lichtpunten.
En nou wacht ik op het uitkomen van het volgende deel, want er komen er nog twee. Dan kan ik verder lezen over hoe het allemaal verder vergaat. Want ik ben nieuwsgierig hoe ze de nieuwe tijd ingaan en hoe hun kinderen het gaan doen. Helaas moet ik dan nog even wachten, pas in november komt het tweede deel uit.