Sinds lange tijd liep ik weer eens over de Lijnbaan. Al lang niet meer de chique winkelstraat die het vroeger was. Toen allerlei mooie zaken, nu voornamelijk (vr)eettenten, goedkope mode- of sneakerwinkels. Of ben ik te oud voor deze tijd?
Toen de Lijnbaan in 1953 werd geopend, werkte mijn zus op het Stadhuisplein. Je kunt je voorstellen dat al die fraaie winkels door haar en haar collega’s druk bekeken werden. Hoeveel dromen over mooie schoenen, tassen, fraaie japonnen en nog veel meer (toen) te dure aankopen zullen er wel bij elkaar gedroomd zijn.
Er zaten toen ook nog veel speciaalzaken. Er was de handschoenenwinkel van Laïmbock en de winkel van Th. Malais, gespecialiseerd in borstels, zeemlederen lappen en stofdoekenmandjes. Mijn zus was toen 23 en had al vaste verkering. Er was sprake over verloven en trouwen.
Ik hoorde haar wel met mijn moeder praten over ragebollen, meubelborstels, sponsen en hoe je het best kon ramen lappen. En waar die spullen moest kopen.
Zoiets ging mij niet aan. Mijn interesse lag bij een andere speciaalzaak op de Lijnbaan, die van Meijer en Blessing, voor speelgoed.
De zaak van Malais is al weer jaren weg, opgegaan in een ander bedrijf of gewoon failliet bij gebrek aan klanten. Stofdoek en meubelschuiers zijn vervangen door swiffer en microvezels.