Het is niet druk in de metro. Voor ons zitten twee meisjes, zo te zien schoolvriendinnen. Natuurlijk hebben ze een telefoon in hun handen. Ze bekijken de berichten bij elkaar, wisselen filmpjes uit en kletsen ondertussen honderd uit.
Plotseling glipt een telefoon uit de hand en valt op de grond. “O jee, als tie nou maar niet kapot is” zegt het meisje met het rode haar. “Oh nee, dat kan niet hoor!” Gelukkig blijkt alles nog goed te werken en gaat het gesprek moeiteloos verder.
Toch heeft het voorval wel indruk gemaakt, merk ik wat later. Want dan zegt de roodharige “Ik zou niet weten wat ik moest doen als m’n telefoon kapot zou zijn. Als ik er aan denk, kan ik huilen”. Ze zucht en kijkt haar vriendin aan.
Die knikt en antwoordt: “Hoe zouden ze vroeger toch geleefd hebben. Geen telefoon, wat moet je dan toch de hele dag doen?