In 1956 verzamelen zich een aantal vrouwen voor de deur van de DVSV (Delftse Vrouwelijke Studenten Vereniging) op de Oude Delft 26.
Tegen de toen nog geldende norm van “vrouwen trouwen” hebben deze vrouwen besloten om te gaan studeren. En nog wel een technische studie te gaan volgen. En dat is iets waar de mannelijke studenten erg aan moeten wennen.
In dit boek volgen we de levens van 8 vrouwen. We zien hoe het met hun dromen, hun gedrevenheid, hun passies en liefdes in de loop van de jaren vergaat.
Het is een gemengd gezelschap. De vrouwen komen uit alle lagen van de bevolking. Sommigen zijn beschermd opgevoed, maar leefden redelijk welvarend. Anderen komen uit gezinnen waar een vader ontbrak, elke cent omgedraaid moest worden. Sommigen werden tegengewerkt, anderen kregen met de paplepel ingegeven dat ze hoe dan ook moesten studeren.
Nu willen én moeten ze allemaal op een bepaalde manier hun eigen leven invullen, werken en studeren tegelijkertijd. Maar ook feesten, want dat hoort bij een studentenleven.
Er ontstaan relaties, er komen kinderen, huwelijken worden gesloten. Ze zijn soms gelukkig, soms minder en bij tijd en wijl totaal niet gelukkig.
Al met al een mooi tijdsbeeld van een wereld waarin zoveel dingen veranderden. Een deel van die veranderingen heeft onze generatie van dichtbij meegemaakt. Ik vond het dan ook interessant de ervaringen van anderen te lezen.
Het boek is geen roman in de zin van één lang verteld verhaal. Het zijn stukjes uit het leven van de vrouwen, telkens in een bepaalde periode.
Geen makkelijk lezend boek, maar wel heel boeiend!