Plaatje…

RoosDe natuur heeft zo haar eigen grillen. Bij het veranderen van onze voortuin, jaren geleden, plantte ik deze roos aan beide zijden van de ingang. Een roos zonder doornen, dat is wat prettiger voor de komende en gaande bezoeker. Aan één kant was het huilen met de pet, want er kwam wel blad, maar nauwelijks bloemen. En toen was de roos helemaal weg. Aan de andere kant, op nauwelijks 1 meter afstand, deed de klimroos het wel, maar echt veel bloemen kwamen er niet aan. Nou zou dat natuurlijk kunnen liggen aan mijn verzorging, verkeerd snoeien misschien. Maar dat snoeien gebeurt altijd door de tuinman, dus daar zou het niet aan mogen liggen.
Tot dit voorjaar opeens een verrassing. De roos klimt naar boven, maakt knoppen bij de vleet en zie nu eens. Een overdaad aan heerlijk geurende roze rozen verwelkomen je bij binnenkomst. Dat is toch wonderbaarlijk? Maar ik ben er wel heel blij mee!

Laatste roos…

laatste

Toen Hans afgelopen maandag de rozen snoeide, kwam hij aan met deze. De laatste roos van de zomer. Ze was nog een beetje in de knop, maar op de vensterbank kwam haar schoonheid toch nog helemaal tot bloei. Ze geurt zelfs nog uitbundig.
Wie had dat nou toch gedacht, want de volgende dag had het flink gevroren.
Ook op de wandeling kwamen we nog wat bloeiende rozen tegen.
Ze lijken zo teer, maar vergis je niet. Het zijn sterke overlevers.

Nog ééntje

Ze droop van de regen, maar wat werd ik er blij door.

Door de stromende regen kwam ik thuis en zij wachtte aan de pergola. Een laatste restantje zomer.

Helaas, nu is het definitief voorbij, de regen van gisteren heeft haar helemaal doen verleppen en de blaadjes zijn afgevallen.

Nu moet ik het doen met de herfstbloeiers en verkleurende bladeren. Ook mooi!!

Natuur in de stad

Zomaar een straatje in Amsterdam. Wat er van gemeentewege niet komt, daar zorgen de bewoners zelf wel voor. Dus kwamen er potten met rozen en clematis. En een bankje om van al dat groen te genieten. Maar dat bordje maakt duidelijk dat je er niet zo maar kunt gaan zitten, ook al ben je nog zo moe van het shoppen en rondwandelen. Dit is echt “privé”!

Musea in Nederland

Al een tijdje wil ik een regelmatig terugkerend blog wijden aan wat er al zoal in Nederlandse musea te vinden is. Van Groningen tot Maastricht, van Enschede tot Hoek van Holland. De grote musea kennen we wel, maar er zijn er nog zoveel meer.

Vandaag staat in de schijnwerpers:

Het Boomkwekerijmuseum in Boskoop
 

Al vanaf de 15e eeuw is Boskoop het centrum van de boomkwekerij. In het museum is van alles te zien op het gebied van bomen en struiken. Er zijn niet alleen planten, maar ook een oude boomkwekerswoning kan bezichtigd worden. En natuurlijk de gereedschappen, die ook soms nu nog gebruikt worden. Het museum ligt in een mooi gebied, waar je ook heerlijk kunt fietsen. Maar ook wandelen of met een bootje door de vele vaarten die het gebied doorkruisen.

En omdat er in 1913 in Boskoop een grote rozententoonstelling gehouden werd, is nu, 100 jaar later, weer van 8 mei tot en met 21 september 2013 een tentoonstelling te zien over de “Koningin der bloemen”.

Goed voor een dag in geuren en kleuren.

Herfst

Je ruikt het als je buiten komt; je voelt het aan de temperatuur; je ziet het aan de regen en de wind die de bomen doet buigen.

Het is herfst. Er kunnen nog mooie dagen komen, maar de zon krijgt minder kracht. De avonden worden langer en in de badkamer is ‘smorgens de verwarming aan.

Niet alleen maar kommer en kwel, want ik vind dit seizoen ook wel wat hebben. Kaarsjes aan, lekker kopje thee, met een goed boek op de bank. Lekker en gezellig.

Maar de kleuren van de zomer wil ik nog wel even vasthouden. Vandaar deze “last roses of summer”

 

Last rose of summer

Moedig hield ze stand, deze laatste roos van de zomer. Maar ook zij heeft het veld moeten ruimen voor de winterkou, de nattigheid en de vorst.

Klik op de foto of hier om een YouTube-filmpje te openen met André Rieu’s versie van The last rose of summer

En dit is de oorspronkelijke tekst van het gedicht door Thomas Moore:

‘Tis the last rose of summer
Left blooming alone;
All her lovely companions
Are faded and gone;
No flower of her kindred,
No rosebud is nigh,
To reflect back her blushes,
To give sigh for sigh.
I’ll not leave thee, thou lone one!
To pine on the stem;
Since the lovely are sleeping,
Go, sleep thou with them.
Thus kindly I scatter,
Thy leaves o’er the bed,
Where thy mates of the garden
Lie scentless and dead.
So soon may I follow,
When friendships decay,
From Love’s shining circle
The gems drop away.
When true hearts lie withered
And fond ones are flown,
Oh! who would inhabit,
This bleak world alone?