Oud, nieuw, nieuwer

   

Zolang als ik weet, wordt er in Rotterdam gebouwd, gesloopt en opnieuw gebouwd.
In 1980 verrees naast de Laurenskerk een groot gebouw, het nieuwe KPN-gebouw. Heette dat toen zo? Dat weet ik eigenlijk niet, er zijn al zoveel namen aan dat bedrijf gegeven.
Het heeft er geen lang leven gehad, want het is inmiddels al weer lang en breed gesloopt en nu staat er een enorm flatgebouw. Zo snel gaat dat dus in deze stad….

Kerstverlichting

  Vorig jaar was in Rotterdam nogal wat opschudding rond de kerstverlichting in het centrum. Bureau M.E.S.T. had bedacht, in samenwerking met de ondernemers, dat gekleurde LED-lichtjes in grote witte plastic containers wel mooi bij het werkende imago van de stad zouden passen. Niet iedereen was er enthousiast over, maar zelf vond ik het een leuk en stoer gezicht en zeker niet zo mierzoet als de obligate twinkellichtjes.
Ergens in februari stuitte ik op dit plaatje:
het is de kerstverlichting in Lissabon en deze bestaat uit … IKEA Rationell opbergers. Ook een creatief idee. Een beetje googlen bracht me naar deze site. Het blijkt dus uit een opdracht van een museum te zijn ontstaan. Voor mij mag het vaker gedaan worden. Ik hou wel van een beetje “anders dan anders denken”.
 

 

Afscheid

Hoe ouder je wordt, hoe meer mensen je ontvallen. En elk afscheid heeft zijn eigen sfeer. Deze week moesten wij afscheid nemen van een lieve oud-collega en bij een van de toespraken werd een gedicht van Jan Prins geciteerd.

Zoekend naar de tekst op internet, kwam ik dit filmpje tegen van Frits Bom, die er zijn eigen interpretatie aan gaf. Een pure liefdesverklaring aan Rotterdam, die mijn collega vast ook had gewaardeerd:

 

 

Gigantische klus

Het tweede weekend van september is traditiegetrouw bestemd voor de Rotterdamse Wereldhavendagen. Rotterdam staat dan helemaal in het teken van alles wat met de haven te maken heeft.
Dit jaar maakten we een excursie naar de Maasvlakte-2. Een gigantisch project waarover we al veel gelezen hadden, maar bij het in werkelijkheid zien, wordt de omvang ervan pas echt duidelijk.

We reden met de bus naar  Futureland, het informatiecentrum waar maquettes en foto’s het begin en de voortgang van deze gigantische klus .Toen aan boord van de Navigator voor een rondvaart langs de nieuwe kades. Bij de uitleg uiteraard enorm veel cijfers, maar ook welke logistiek gevolgd werd. Het uitdenken van zo’n plan is natuurlijk het werk van een groot team. En dan zijn de ingenieurs en wetenschappers belangrijk, maar ook de arbeiders en ambachtslieden die het werk uitvoeren.
Wat ik zelf er leuk vond om te weten, was dat de zinkstukken nog altijd min of meer op de traditionele manier worden gemaakt. Dus ondanks de moderne techniek gewoon met wilgentenen en zware menselijke arbeid. Heel indrukwekkend.
Straks meren hier de grootste schepen ter wereld aan.

Levertraan

Omdat het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam 150 jaar bestaat, vroeg de Oud-Rotterdammer om herinneringen op te schrijven.
En hoewel ik toen pas drie jaar was, herinner ik me daar nog wel iets van. Met name mijn ervaring met het innemen van levertraan.
Dus stuurde ik mijn stukje in en verwachtte dat het tussen de gewone ingekomen post zou staan. Maar nee, het had de hoofdredeacteur behaagd mijn stuk apart en in zijn geheel te plaatsen, met een illustratie.
Ach, ik ben altijd al een laatbloeier geweest, dus misschien komt mijn schrijverscarrière nu pas echt op gang 😉 Maar natuurlijk ben ik echt wel een beetje trots, dus publiceer ik het stuk hier ook nog eens:

Levertraan
In 1952, ik was toen drie, moest ik worden opgenomen in het Sophia Kinderziekenhuis aan de Gordelweg.
Mijn moeder had al lang gedacht dat ik iets onder de leden had, maar de dokter vond dat ze zich zorgen om niets maakte. “Dit is een tenger poppetje, niet die stevige andere dochter van u”, gaf hij te kennen. Nou was mijn enige zus 18 jaar ouder, en dat is nogal een verschil. Tja, daar stak die magere driejarige schriel tegen af.
Maar toen de huisarts op vakantie was, rook mama haar kans. De vervanger liet me testen. Binnen no-time was er geen twijfel mogelijk. Ik had TBC, nog wel in een beginstadium, maar toch. Van alle commotie hierom herinner ik me niks meer. Wel dat ik onmiddellijk moest rusten. En hoewel ik nog maar klein was, kan ik me die dag wél herinneren. Dolgelukkig was ik, omdat ik met knuffel in mijn bedje mocht gaan liggen.
En om aan te sterken moest ik levertraan slikken. Bah, de lucht alleen al stond me zo tegen. Als mama de fles pakte, begon ik al te kokhalzen. Of ze me nou lief, boos, of quasi zoetsappig behandelde, niets kon me over halen dat smerige spul in te nemen. Daar begreep de huisarts helemaal niets van. Had moeder dan helemaal geen gezag?
Maar de rust thuis bleek niet voldoende, ik moest naar het Kinderziekenhuis aan de Gordelweg. En daar zouden ze wel raad weten met zo’n klein tegendraads mormeltje. De eerste avond meteen na het eten (dat ik natuurlijk had laten staan) stond de zuster opeens voor me. Ik herinner me vaag een groot stijf wit schort over een enorme boezem, een ernstig gezicht en een sonore basstem. “Zo, nu nog even een lepeltje levertraan!” De lepel kwam met vaste hand richting mijn mond. Ik klemde mijn lippen op elkaar en was absoluut niet van plan ook maar een druppel van dat vunzige goedje tot me te nemen. Maar ja, zuster had daarmee wel ervaring. Met haar vrije hand kneep ze hardhandig mijn neus dicht. Al snel kreeg ik het benauwd, moest wel even naar adem happen. Dat was het moment, waarop de zuster had gewacht. Behendig schoof ze de lepel in mijn mond en liet mijn neus los. “En nou meteen doorslikken!”, gebood ze met strenge stem. Met alle boosheid van een opstandige driejarige spoog ik met kracht de levertraan weer uit. Recht in haar gezicht. Spetters vettige troep dropen over haar schort en de ranzige lucht kwam in mijn neus. Ik kokhalsde en walgde van de vettige smaak in mijn mond.
Resoluut draaide zuster zich om. Het was de eerste maar ook de laatste keer dat ik levertraan te slikken kreeg. Al op de eerste dag was ik veroordeeld tot een hopeloos geval. Voortaan kreeg ik vitamine A-D druppels. Die smaakten ook niet lekker, maar dat waren er maar een paar. Niet de moeite om ze uit te spugen. En later, toen ik weer thuis was, maakte moeder het zich gemakkelijk en deed ze op een lepeltje suiker. Dat nam ik zonder tegenstribbelen.
Ik moet aan de Gordelweg op een zaal op de begane grond gelegen hebben. Want elke avond stond voor het raam de schoonvader van mijn zus en zwaaide naar me. Hij kwam op zijn Solex-brommertje en met zijn leren jas aan altijd even kijken hoe zijn oogappeltje het maakte. Het zal wel het hoogtepunt van de dag geweest zijn, want ik geloof niet dat er veel te doen was. Ik was te klein voor school, er was weinig speelgoed en ik denk niet dat ik mijn bedje uit mocht.
Drie maanden later werd ik door mijn moeder opgehaald. Niet om naar huis te gaan, maar om naar het Zeehospitium in Katwijk te worden gebracht. Maar dat is een heel ander verhaal, dat ik al eens hier heb gepubliceerd

Levensecht

“Goh, wat een levensechte etalagepoppen”, dacht ik gisteren toen ik in Rotterdam langs deze winkel liep. En toen bewoog de rechtse zich ineens. Ze strikte de veter van haar schoen een beetje beter. Ze waren dus meer dan levensecht. En toen ik een foto van hen wilde maken, gingen ze er nog eens even goed voor zitten.

Nostalgie

Een hele CD met oude foto’s van Rotterdam bracht een vriend voor ons mee. Hij had ze weer via via gekregen. Van straten en pleinen in een stad zie wij niet meer gekend hebben, of soms nog heel vaag herkennen.
Van straten met nauwelijks auto’s, met vele herinneringen aan wat al weer een lange tijd geleden is.
Zoals deze. Het is de straat waar ik woonde totdat ik het ouderlijk huis verliet. Ons huis staat er niet op, maar wel de kruidenier/waterstoker van de Hefbrug, de poort naar het gymlokaal en de melkwinkel verder op de hoek.
De foto stamt uit 1956. Ik deed mijn ogen dicht en was weer 8 jaar oud, met een grote witte strik in mijn haar en een rood portemonneetje in mijn hand. Boodschappen doen voor mama. Even maar, toen zat ik weer in de realiteit. Toch leuk, zo’n dagdroom.

Bruggen

Ik ben benieuwd welke bruggen-foto’s er deze week zullen worden ingestuurd bij Stuureenfoto.
Een brug is toch vaak een belangrijk deel van een stad of dorp, het vormt de verbinding tussen twee oevers en er zullen dus wel heel veel foto’s van gemaakt worden.
De foto hieronder werd gemaakt vanaf de Erasmusbrug, van waar je de Willemsbrug kunt zien en een stuk van “De Hef”. Het is dus wel een typisch Rotterdams plaatje geworden. Klik op de foto voor een vergroting.