Alternatief van huis

Sommigen van ons gaan of zijn al op weg naar een vakantiebestemming. Veel blijven in Nederland, sommigen verkozen toch den vreemde om een tijdje naar af te reizen.

Wij blijven voorlopig nog maar even hier. Er is tenslotte keus genoeg om naar toe te gaan. En wie niet voor al te oubollig wil worden versleten, kan ook nog kiezen uit diverse exotisch klinkende namen:

Auvergé = Overschie
Kéthèl sur l’Auvergé = Kethel bij Overschie
Das Krälingerwald = het Kralingsebos
Réo = Rotterdam en omgeving

Bron: Google foto’s

Maar misschien blijven we wel waar we nu zijn, in Teilia. Dat is Rotterdams voor “met je voeten in een teiltje”

Al die namen en uitdrukkingen heb ik niet zelf bedacht hoor! Die komen van de Rotterdamse Taal-kalender. Zelfs de foto van het Krälingerwald komt van Google 😉 Tja, ik heb nou eenmaal vakantie, nietwaar?

In het oog springend…

Meestal als we er naar toe gaan, kijken we niet zo naar het gebouw zelf. We zoeken de ingang, willen snel geholpen worden en dan ook snel weer weg. Je komt tenslotte niet voor je plezier in het Oogziekenhuis in Rotterdam.

Afgelopen dinsdag moest Leo er zijn voor controle. En hij ging alleen, want in verband met Corona werd dat aangeraden. Ik was wel mee, maar wachtte met een drankje en een boek op een terras in de schaduw.

Leo was al snel klaar en gelukkig was alles goed. Pas weer over een jaar terugkomen. Pak van zijn en mijn hart.

Toen Leo appte dat hij bijna klaar was, liep ik alvast de goede richting uit. En toen viel me op hoe fraai dat gebouw is. Mooi metselwerk, statige bogen en strakke uitstraling.

Gek toch, dat je ineens met heel andere ogen naar zo’n gebouw kan kijken.

Een andere blik

Helemaal alleen in het Trompenburg Arboretum kijk je wellicht een beetje anders naar de bomen en planten die je tegenkomt.

Omdat we toch alle ruimte en tijd hebben, staan we wat langer stil bij wat ons voor ogen komt. We genieten van de lange lege lanen, horen het ratelen van de bladeren in de wind en het ruisen van de bomen. Vogels wanen zich nog onbespied, dus fladdert er een ons onbekend vogeltje voor de voeten. We horen zoveel gefluit, dat we er geen vogels in kunnen herkennen. Maar het streelt onze oren wel. Het valt ons op hoe verschillend bladeren kunnen zijn. Soms klein en zacht, dan weer groot, glad en met stekels.

We steken ook de weg over naar de Overtuin, een voedselbos. Enkele jaren geleden werd dit stuk bij Trompenburg gevoegd. De meeste struiken, bomen en planten hier kunnen op een of andere manier gegeten worden. We ruiken en zien Lievevrouwebedstro, maar er staan ook diverse planten en struiken met bessen en bomen waarvan de bladeren eetbaar zijn. Wat precies te consumeren is, ontdekken we niet. Maar op de lange duur zal ook hier uitvoeriger uitleg gegeven worden.

Kort gezegd dus: we hebben weer volop genoten van alles wat groeit en bloeit (en ons altijd weer boeit) 😉

Kinderboerderij

Kinderboerderij “De Blijde Wei” ligt er nu maar verlaten bij. Het hek is dicht. Er klinken nu geen kinderstemmen. Alleen de medewerkers zijn er om de boel te onderhouden en de dieren te verzorgen.

Maar de dieren zijn er nog wel. Die trekken zich niks aan van Corona en vinden het misschien wel rustig. Nu kunnen ze heerlijk spelen in de wei en worden ze niet achterna gezeten door lawaai makende kinderen.

Het ziet er wat “terug in de tijd” uit. Jetses zou hier nog leuke platen hebben kunnen tekenen. Vroeger was dit een echte boerderij. Alles is nog authentiek en ademt een sfeer van vroeger.

Wij kwamen hier al met onze kinderen en nu komen er buurkinderen met hun pappa en mamma naar toe. Normaal gesproken is het er altijd wel druk. Op de parkeerplaats bij de grote witte Kip staan meestal rijen auto’s, want ook opa’s en oma’s gaan graag even een kijkje nemen. Net als wij dus deden, maar nu vanaf het wandelpad langs de sloot.

Geen woorden maar…!

Als je de titel van dit blog ziet, zou je denken dat ik een voetballiefhebster ben. Maar dat is niet zo. Het interesseert me maar matig, ken de spelregels niet. En dan ook nog ligt de club uit de Kuip me minder na aan het hart dan die van het Kasteel en Jules Deelder.

Maar geen woorden maar daden past niet alleen bij voetballen, het past ook bij het Rotterdamse karakter. Niet voor niks zegt men dat in Rotterdam de overhemden met opgestroopte mouwen worden verkocht 😉

Op de Rotterdamse kalender vond ik volgend verhaal:
In het poep-chique Marina Bay Sand Hotel in Singapore hoorde iemand in onvervalst Rotterdams roepen: “Sjon, hellup jai dat waiffie effe, dan ken ze ook nog mee naar bove!. De dame in kwestie was duur gekleed. Het waiffie was een schoonmaakster, die een grote en zware zak wasgoed in de lift probeerde te tillen. De echtgenoot van mevrouw, Sjon dus, was een ook al duur uitziende meneer. Maar dat belemmerde hem niet om met een zwaai de zak wasgoed in de lift te zetten, zodat ook de schoonmaakster mee kon.

Typisch Rotterdams, geen woorden maar daden.! 😉

Bron: Google afbeeldingen

Laurenskerk

Tijdens het bombardement op Rotterdam werden niet alleen heel veel huizen vernietigd, ook de Grote of Laurenskerk werd zeer ernstig beschadigd. Lang heeft de kerk in de steigers gestaan, maar gelukkig is ze nu weer in volle glorie te bewonderen.

Er moest natuurlijk heel veel opnieuw gebouwd en gemaakt worden. Zo ook de gebrandschilderde ramen. En hiervoor werd glazenierster Gunhild Kristensen gevraagd. Zij ontwierp drie prachtige ramen. Je zou toch denken dat de kerkleden daar zeer verguld mee waren. Maar nee, in de jaren zestig besloot de conservatieve tak van het kerkbestuur, dat zulk monumentaal werk door een man gemaakt diende te worden. Dus gaf -heel terecht- mevrouw Kristensen de opdracht terug. Slechts één raam werd geplaatst.

Gelukkig dacht men anno 2014 wat vooruitstrevender en werd geld opgehaald om alle drie ramen alsnog te plaatsen. En nu kan men ze bewonderen, want ze zijn prachtig. Alsnog gerechtigheid.

Bron: Google afbeeldingen

Genieten

Ondanks alle narigheid van deze tijden, voel ik me beslist niet ongelukkig. Reizen is heerlijk, maar thuisblijven heeft ook z’n charme. En ik ben van nature optimistisch. Er komen betere tijden, daar ben ik van overtuigd.

In de tussentijd moet je natuurlijk zien te vermaken. Ik heb mijn hobby’s, ik lees eens een boek en speel een spelletje op m’n tablet.

Natuurlijk gaan we zo nu en dan even wandelen. En dan valt op hoe helder de lucht nu is. Van het zuiverste blauw. De net ontluikende takken steken er mooi bij af. En dat is echt genieten.

Taxi

Natuurlijk kun je in Rotterdam een taxi bestellen. Zo’n gewone, op wielen. Daar is geen bijzonder stukje over te schrijven. Behalve dat het duur is en de chauffeur misschien niet een van de vrolijkste.

Maar je kunt ook een echte Rotterdamse taxi nemen, een watertaxi. En dat is echt andere koek. Je kunt op 50 plaatsen op- en afstappen.

Het is een belevenis, want de kleine bootjes varen met een noodgang over de Nieuwe Maas. Er zijn bootjes voor acht personen en wat grotere voor twaalf mensen.

Het is echt een bijzondere manier van vervoer. Dus heb je zeebenen, ben je niet zo snel bang te maken en hou je van een beetje avontuur, dan is het beslist de moeite waard. En het is natuurlijk echt Rotterdams!

Laatste keer

Alweer een periode afgesloten. Deze week moest ik voor de borstkankercontrole naar de radiologe in het Erasmus MC. Alles was goed. En ik hoefde voor haar niet meer terug te komen. “Ik hoop u nooit meer te zien” was haar afscheid zin en die bedoelde ze beslist hartelijk.

Ik was ook blij. Want al is het maar één maal per jaar, de gang naar dat EMC ligt me gewoon zwaar op de maag. Het is een routine-controle, maar toch… gespannen ben je altijd. Nu huppelde ik er weer zielsgelukkig uit. Niet meer terugkomen… Joepie!! Natuurlijk hou ik nog wel de controles in het IJssellandziekenhuis. En daar ben ik blij mee, want je weet tenslotte maar nooit…

We haalden bij de bakker twee lekkere tompoucen en vierden zo op onze manier het goede bericht. Fris en vrolijk -en een ietsie pietsie dikker- verder dus!

Herfst

Herfst alweer. En eigenlijk bijna voorbij ook. Nog maar een paar weken en dan is het winter. Stiekem hoop ik op wat sneeuw, ijs, pittige dagen met een stralende zon. Maar dat zullen we allemaal moeten afwachten.

Voorlopig ligt de tuin er helemaal niet zo florissant bij. Alles is een beetje grauwig, grijzig en lijkt wat stoffig. En toch is er nog heel veel te zien. Want tussen al die blaadjes, sprietjes en verdorde bloemen scharrelen vogels rond.

Op zoek naar wat bessen, die ene zaaddoos met nog wat voorraad. En dat is zo leuk om naar te kijken. Alleen, zitten blijven doen die beestjes niet. Om ze verjagen is het voldoende om even te bewegen. Dus die foto’s kan ik wel vergeten.

Nog even en dan komt de tuinman om alles een beetje klaar te maken voor de winter. Dan ziet alles er weer wat ordelijker uit, lijkt de tuin ook ineens veel groter. En kan ik bijna niet wachten tot ik de eerste krokus of sneeuwklok boven de grond uit zie piepen. Nog even geduld maar weer…