Voetje voor voetje schuifelde de man voort achter zijn rollator. Het duurde een tijd voor hij de stoep overgestoken was en bij de oversteekplaats van het fietspad stond.
Dat fietspad is niet zo breed en er zit ook nog een soort van “vluchtheuveltje” in. Het oversteek gedeelte is hooguit zes straattegels breed, schat ik zo.
Hij keek om zich heen en schoof de rollator van de stoep af. Die blokkeerde zowat het hele fietspad. En juist op dat moment kwam er een fietser aan. Een meneer in mijn leeftijdscategorie. Hoeveel haast kon die nou toch hebben? dat viel dus tegen….!
Ik dacht “Die fietser wacht wel even”, maar nee hoor. Hij stopte noodgedwongen en zei iets. Ik stond veel te ver weg om te horen wat, maar de strompelmeneer draaide met veel moeite zijn rollator weg. En daar fietste de haastige man er vandoor.
Ik keek met stijgende verbazing en blijkbaar ik niet alleen, want een voorbijganger maakte ook een opmerking. De man met de rollator haalde zijn schouders op. Hij was het blijkbaar al gewend, al die haastige mensen.
Opzij, opzij, opzij, we hebben zoveel haast…..