We reden langs velden doorspikkeld met grote oranje bollen in allerlei maten. En langs de kant van de weg kraampjes, karretjes of flinke karren met pompoenen in allerlei kleuren, vormen en maten. Ze werden gretig gekocht, vaak stonden er al mensen bij. De keuze was soms moeilijk. Niet alleen door de hoeveelheid, maar ook doordat er flinke zware jongens bij zaten. En op de fiets is zo’n pompoen toch lastig ….
Vroeger waren ze toch een beetje excentriek, buitenissig. Maar nu kun je je bijna geen groentezaak meer zonder voorstellen.
Natuurlijk stopten we bij zo’n kar. Ik had ze voor het uitzoeken. In de auto stond al een doos. Kwam dat mooi uit! Die was dus rap gevuld. Netjes geld in de kassa gedaan, natuurlijk.
En thuis alles uitgestald op het rek voor het raam. Nog wat takken en blad erbij zoeken en ik ben klaar voor de herfst.
En straks naar de groentenman, want natuurlijk wil ik ook pompoensoep maken. Met gember, lekker!