Keizers en keizerinnen

Nee, dit blog gaat dit keer niet over Japan, maar over de kleine keizers en keizerinnetjes van Nederland. Kinderen die nooit eens tegengas krijgen of gecorrigeerd worden. Afgelopen weekend maakte ik mee dat, nota bene op Sinterklaasmiddag, een ongeveer 7-jarig jochie maar bleef zeuren over een speeltje dat hij wilde hebben. “Nee, je krijgt het niet”, zei moeder. Hij zette het op een schreeuwen, en moeder zuchtte. Dat deed ze nog minstens vier keer en ging toen half overstag. “Je mag het van je eigen geld kopen”. “Dan hou ik niets meer in mijn spaarpot”, jammerde kindlief en dramde rustig door. “Jij moet het voor mij kopen, jij moet dat doen!” Het duurde en duurde en geen enkele keer verhief moeder haar stem of liet het kind merken dat het echt hééél vervelend was. En natuurlijk werd het speeltje gekocht.

Zaterdagmiddag stonden we bij de kassa van Ikea. We legden onze spulletjes op de band, onder andere wat kleine en kwetsbare halogeenlampjes en een cadeaubon, die we die avond aan onze jongste wilden geven. Hoewel slechts een bon, hadden we toch goed gekeken of die niet beschadigd was. Achter ons stond een echtpaar met een dochter van pakweg 14 jaar. Boem, daar schoof ze de beurtlat bovenop onze spullen. Hun eigen spullen moesten natuurlijk ook op die band. Daarop zei ik “dat doen we niet zo” en legde mijn hand op haar rug. Binnen no time een stampij van je welste, want vader kwam verhaal halen. Ik had zijn dochter geduwd en dat had ik niet mogen doen. Ik had rustig in gesprek met haar moeten gaan! Geen woord van excuus, geen correctie. Dochterlief was geduwd… Alsof ik haar over de kling had gejaagd…
Nou ja…. Ben ik de enige die door dit soort belevenissen gefrustreerd wordt?

Spreuk van de week

  Laten we de week beginnen met een spreuk. Grappige gezegden om te (glim)lachen of wijze woorden om te overdenken. Elke maandag vind je er hier een. 

Bij de opvoeding moeten we ons afvragen of we kinderen groot of klein willen krijgen.

Rik Prenen

Opvoeden

Ik was 16 of 17, dus helemaal niet meer zo’n klein meisje. En ik had een woordenwisseling met mijn moeder. In mijn boosheid riep ik uit “Mens, waar maak je je druk om”. Nog zie ik mijn moeders vlammende ogen en haar overslaande stem “Mens, mens!!! Als je me geen moeder meer wil noemen, zeg dan maar mevrouw”. Het werd allemaal in der minne gesust en hoe belangrijk de zaak was, blijkt wel. Geen idee meer waarover de ruzie ging.
Ik moest hier aan denken, toen ik vorige week een moeder met een meisje van drie turven hoog in de bieb zag. Moeder duwde een kinderwagen met nog een spruit, de drie turven bewoog zich voort op een vreemdsoortig karretje. Ze schoot met een sneltreinvaart langs alles en iedereen, ongeacht of de mensen al of niet goed ter been waren. Ik vond het meteen al een ongeleid projectiel.

Toen ik de bieb uitging, stond moeder te wachten tot dochtertje mee wilde komen. Ze vroeg het heel beleefd. Maar het kind schreeuwde op stadionsterkte “Neeeeeeee”. Nog maar eens lief gevraagd “Schatje, kom je nou?? Weer een schreeuw als antwoord.

In deze week van de opvoeding lijkt een cursus voor deze moeder meer dan nuttig. Want wat gebeurt er als die kleine van nu straks een stevige puber is?