Nylonkousen

Vorige week kocht ik vier maal twee paar pantalonkousjes. Nou ja, geen opzienbarende aankoop. Maar ik vouwde de kousjes op en daar lagen ze dus, op de bank. Acht paar kousjes, voor nog geen vier euro. Zo goedkoop, dat je er niet over piekert om ze te laten repareren. Dan ben ja alleen al aan die reparatie meer kwijt.
Dat was vroeger anders. De kousen die mijn zus destijds kocht, waren duur. Ragfijne kousen, met naad, die heel voorzichtig werden aangetrokken. En ook regelmatig ’s avonds gewassen werden en dan op een handdoek over de deur te drogen gehangen. Een ladder er in was rampzalig en werd met een klodder nagellak tegengehouden. Dan kon de kous later worden gerepareerd.
Ik herinner me een klein en donker winkeltje in de buurt bij ons thuis. Het rook er altijd een beetje muffig, naar zweetvoeten denk ik. Het was een beetje ook rommelig, overal lagen de kousen, er stond een aftandse kassa. Onder een ongezellige felle lamp zaten twee zussen (?) dag in dag uit kousen te repareren. Ze hadden daar een machientje voor, trokken de kous over een soort buis en dan ging het van prrrrrft, prrrrffft. Razendsnel en met een beetje geluk had je dan weer een paar kousen die nog wel even mee konden.
Zuinigheid met vlijt, duurzaam en ook wel milieubewust. Ach ja, verleden tijd.