Badhuis

badhuis Laatst gingen wandelen we in Spangen, de buurt van Rotterdam waar ik opgegroeid ben. Een buurt die ik als kind behoorlijk groot vond, maar nu bepaald gekrompen leek.
We bekeken het Justus van Effen-complex en kwamen langs het badhuis. Een instituut waar we nu niet meer zo veel van horen. Tegenwoordig heeft elk huis tenminste een douche.

Maar vroeger waste je jezelf -wekelijks- in een teil. Ik herinner me nog goed, op zaterdagavond werd de zinken teil in de keuken gezet en gevuld met vele keteltjes heet water. Mijn moeder controleerde de temperatuur en dan mocht ik er in, eerst even spelen. “Maar niet teveel knoeien hoor!” Daarna kwam moeder om me te wassen en af te drogen. Haartjes nat, nog even op… en dan naar bed. En in de winter een kruik mee, net als Gerard Cox, Kooten en de Bie bezongen.
Mijn vader deed dat niet, die ging elke week naar het badhuis. Met onder zijn arm een handdoek met daarin een stuk Sunlight zeep en schoon ondergoed. Geen idee meer hoe lang hij er over deed, maar in mijn herinnering geen uren. Je zult daar ook wel niet voor je plezier gebadderd hebben. Toen mocht geluk dan heel gewoon zijn, geef mij maar mijn dagelijkse douche. Met centrale verwarming en een lekker luchtje.

Bewaren

Bewaren

Biscuits

Een biscuitje, of kaakje, zoals wij thuis zeiden. Eenvoudiger dan een koekje, minder duur ook. Maria-kaakjes, Nizza met kokos, Knappertjes, San Francisco en niet te vergeten lange vingers. Ze worden al eeuwen lang gebakken en verkocht. En er wordt reclame mee gemaakt. Daarover vond ik op de rommelmarkt een boek. Met een beetje onderhandelen lukte het me de prijs iets te laten zakken, want het is een klein beetje beschadigd aan de buitenkant. Maar binnen is het een schat aan prachtige foto’s van oude reclame-uitingen en verhalen over de verschillende biscuitfabrikanten.

Nostalgie

Met de Scrabble/spelletjesclub een dagje uit. Al vroeg is er koffie en zelf gebakken cake. Het weer is nog regenachtig, maar als we verdeeld over drie auto’s vertrekken, is het droog en piept de zon net door.
We gaan naar Terschuur, naar het Ambachten- en speelgoedmuseum. Nu eens niet een museum waar alles achter glas en dus onbereikbaar staat, maar waar je veel, heel veel, mag vasthouden om het nog eens even goed bekijken.
Een museum ook dat propvol staat met van alles, van oude strijkijzers tot poppenhuizen, van Mecanno tot Barbie. Met oude winkeltjes, poppenhuizen, naai- en breimachines, verzamelingen van pannen, eierdopjes, koffergrammofoons.
De foto’s zijn met mijn mobiel genomen, dus niet zo erg goed. Maar als impressie kan het er mee door.

Het was een geslaagde dag, met veel verhalen over vroeger. Dat is natuurlijk niet verwonderlijk in zo’n omgeving.

Wereldberoemd

In Tuindorp Vreewijk ontdekten we ook deze muurschildering. Ter herinnering aan Milkbar Aurora, destijds wereldberoemd op Rotterdam-Zuid. Daar kwamen jongens en meisjes bij elkaar, om te praten en milkshakes te drinken. En gehaktballen te eten. Onschuldig vertier, maar o,o, wat waren de ouders van die jongens en meisjes destijds bezorgd om hun kroost. Wat moest er terecht komen van die nozems, met hun lawaaiige brommers en hun vetkuiven?

Wat voor toekomst hadden die meisjes, met hun petticoats, korte rokjes en hun opzwepende dansen? Nou ja, we weten het nu. Ze zijn brave burgers geworden. Opa’s en oma’s, die soms verhalen vertellen over die goeie ouwe tijd 😉 😉 😉

Dorps

Nee, dit is geen dorpsgezicht van ergens op de Veluwe, of in Drenthe. Dit is (ook) Rotterdam. Hier geen hoge flats, geen hippe architectuur. Dit is Tuindorp Vreewijk. Ontstaan in het begin van de vorige eeuw, als woonwijk voor arbeiders en kantoorbedienden. Die natuurlijk ook recht hadden op een goede woning en een prettige woonomgeving. De huizen zijn klein en in de loop der tijd natuurlijk aangepast aan wat modernere eisen. Er zijn wellicht ook huizen samengevoegd. Maar wil je de sfeer van zo’n huis uit de beginperiode proeven, bezoek dan de museumwoning. Nog vrijwel geheel in oorspronkelijke staat. Kijk even op de website voor de juiste openingstijden.

Tuindorp Vreewijk is nog steeds rustig en kleinschalig. Er is een tijd sprake geweest van sloop, maar de bewoners hebben zich hevig verzet. En met succes, want een deel is inmiddels Rijksmonument. Beslist de moeite waard om ook dit deel van Rotterdams architectuur eens te bekijken.

Rommelmarkt

Afgelopen weekend hadden we een kraam gehuurd op een rommelmarkt. Ik had mijn kasten en kastjes eens grondig bekeken en er diverse  zaken uitgehaald. Met diverse dozen reden we zaterdag in alle vroegte naar Leiden, om daar tot de ontdekking te komen dat ik me vergist had en dat de rommelmarkt pas de volgende dag zou zijn. Nou ja, foutje helaas.

Zondag kwam de herkansing en weer reden we om kwart voor zeven weg. Nu was het parkeerterrein bij de markt wel vol en we konden nog maar net een plekje vinden. Het leek ons een heleboel, maar toen de dozen uitgepakt waren, bleek het toch stukken minder te zijn dan anderen hadden uitgestald. Al meteen kwamen diverse opkopers neuzen en nog voordat we goed geïnstalleerd waren had ik al wat verkocht.

Goed voorteken dus. Je ziet op zo’n markt allerlei types voorbij komen. Graag had ik een paar foto’s gemaakt, maar dat vond ik toch niet zo netjes. Bij vlagen werd het druk en stonden er diverse mensen voor onze kraam. We hadden ook een doosje met ansichtkaarten, die mijn schoonmoeder in de loop der tijd

 

had ontvangen en bewaard. Oude kinderkaarten, stadsgezichten van allerlei Nederlandse steden, met name van Rotterdam. Voor wie het verzamelt, viel er wat te zoeken. De prijs stond er ook bij. Voor 0,25 kreeg je één kaart, nam je er vijf, dan kostte het één euro. Een man kwam voorbij en keek eens tussen de kaarten. Op zijn gemak liep hij alle kaarten door en legde zo nu en dan iets opzij. Na een kwartier had hij vijf kaarten uitgezocht. Hoeveel kost het? Maar toen ik zei dat hij een euro moest betalen, legde hij de kaarten zonder meer terug en vertelde dat hij er nog over na moest denken (!).  Niet meer terug gezien. Een andere koper vroeg of het horloge dat ik voor één euro te koop had nieuw was? En een etuitje met naaigerei was voor 0,50 nog te duur voor een ander. Maar al met al werd onze kraam steeds leger. Niet alles werd verkocht, maar we hebben toch een leuk winstje gemaakt. En niet te vergeten, een leuke dag beleefd! En wat er aan spullen over is gebleven, staat nu bij de kringloopwinkel.

Lief autootje

Zou dit lieve autootje nog bestaan? Een bescheiden Tranbantje, gefotografeerd in 2006, dus alweer acht jaar geleden. Toen zag je ze nog wel vaker in Tsjechië. Nu zullen ze allemaal wel op de schroothoop gekomen zijn. Ingeruild voor glimmend en glanzend westers blik. Meer status hè?
Toch waren ze leuk. Niet comfortabel, klein en snel waren ze ook niet. Maar ze roestten niet, want ze bestonden uit glasvezel. Een deuk was dan ook een catastrofe. Maar ze hadden wel charme, vind ik.

Waar blijft de tijd…

In de jaren 80 was dit toekomstmuziek. “Het moet niet gekker worden”, vond mijn moeder. “Bellen op de fiets of in de auto….”  Wat zou ze wel vinden van deze tijd, met z’n mobieltjes, tablets en gadgets, zoals  horloges waarmee je de kinderen kunt volgen.

 

 

Jubileumsreünie

Zo’n 25 jaar geleden kwamen we elkaar tegen, in Duitsland. In Weissenborn, een piepklein plaatsje tegen het IJzeren gordijn. Wij met onze kinderen kwamen voor een wandeling en zij met hun zoontje en dochtertje ook. Het klikte meteen. De mannen praatten, Carla en ik kletsten en de kinderen renden van hot naar her en hadden reuzenlol. Voor dat wij weer naar huis toe zouden gaan, gingen we nog even langs om gedag te zeggen. Er was koffie, de kinderen kropen bij elkaar met Donald Ducks en we wisselden adressen. Het was het begin van een hechte vriendschap. We vierden nog regelmatig vakantie, gingen vele dagen samen wandelen. De kinderen werden groter, gingen naar de Middelbare School,  studeren. We vierden Kerst, waren bij trouwerijen en deelden onze zorgen bij ziekte. En nu, na 25 jaar, was het tijd voor een grote reünie. Met alle volle agenda’s was dat nog wel even een probleempje, maar uiteindelijk, op 31 augustus 2014 vonden we elkaar weer terug in Plaswijck in Rotterdam. Er waren foto’s van toen en er werden foto’s voor later gemaakt. En aan het eind van de middag stonden we met z’n allen klaar voor een groepsfoto:

Jeugdsentiment

Sommige dingen vergeet je je hele leven niet meer. Ze zijn vaak diep verstopt in je geheugen, maar een kleinigheid kan ze er zo weer uit toveren.
Dit boek vond ik op de 2e hands boekenkraam, bij ons in het winkelcentrum.

Met één klap was ik weer zo’n jaar of negen, helemaal gek van ballet en vooral van zelf op ballet gaan. Maar ik had nuffig mijn neus opgehaald voor het balletklasje in het buurthuis en lessen bij een echte ballerina vond mijn moeder net iets te veel van het goede. Misschien had ze wel gelijk hoor, je moet klein beginnen. Maar ik wilde toen vooral groots leven. En natuurlijk zag ik alleen de glans en glitter en niet het bloed, zweet en de blaren van het beroepsballet.Mijn dromen gingen niet verder dan buigen voor een enthousiast publiek, in een prachtige roomwitte tutu, met naast me zo’n knappe danser.Maar op een dag kwam mijn vader thuis en haalde uit zijn tas een grote koek en een in bruin papier verpakt boek, dat hij die dag had gekregen. Voor uw dochter, had de mevrouw gezegd.  

“Meisje dans de wereld in” heb ik die avond meteen uitgelezen, al knabbelend aan de koek. Die vooral een bijsmaak van verf en terpentine had, maar dat deerde me op dat moment niet. Helemaal verloren was ik in de wereld van de dans. Het boek stond jarenlang op mijn boekenplank en ik heb het zeker tien keer herlezen. Toen is het met een verhuizing zoekgeraakt, weggedaan of ……?

Maar bij het zien van dat boek, zag ik meteen weer die tas van mijn vader voor me, proefde ik weer die smaak van verf en terpentijn en droomde ik  weer even over die roomwitte tutu.