Gevangenis

Al eerder waren we in Veenhuizen, waar in vroeger tijd landlopers en paupers woonden en te werk werden gesteld. Maar dat was in de C-tijd en konden we het museum niet in.

Nu dat weer wel kon, hebben we niet geaarzeld om een bezoek te plannen. Veenhuizen is sowieso een mooie plek om naar toe te gaan. Het ademt een heel speciale sfeer en je kunt er heerlijk wandelen.

LocatierEsserheem

Maar dit keer kwamen we speciaal voor het “Tweede Gesticht” waar het gevangenismuseum is gehuisvest.

Interieur Esserheem

Al bij binnenkomst kreeg ik meteen al een soort van claustrofobisch gevoel. De sluis gaat dicht achter je en voor je gaat hij nog niet open. Eerst een film over hoe in vroeger tijd misdaad beoordeeld, veroordeeld en gestraft werd. Toen was stelen een veel ernstiger vergrijp en kon je diefstal met de dood bekopen.

Dat diefstal het enige alternatief was, omdat geen werk, geen geld, geen sociaal opvangnet ook geen enkele mogelijkheid bood om aan eten te komen, dat ontging de rechterlijke macht. Gelukkig was niet elke rechter even hardvochtig, maar dat ze strenger waren dan we nu zien, dat staat buiten kijf.

Erg weekhartig moest je als slachtoffer ook niet zijn. We keken in slaapkooien, waar het woord comfort niet op van toepassing was. We zagen ketenen en lazen over regels die toen golden. Het was een hard, heel hard leven daar in Veenhuizen.

We kregen ook een “rode pannen”rondleiding in locatie Esserheem, die voor heel zware criminelen gebruikt werd. De rondleidster vertelde hoe het aan toe gaat bij aankomst van gedetineerden.

We mochten de isolatiecel bekijken en ik vroeg me af hoe het zou zijn om daar in totale afzondering te moeten zitten. Mij benauwde het al met een groep en de deur nog open.

In ieder geval was ik blij weer naar buiten te kunnen en te genieten van een wandeling in alle rust en vrijheid.

Boek

Ik denk dat ik inmiddels alle boeken van Annejet van der Zijl heb gelezen. Dit boek stond al een tijd op mijn lijstje, maar was bijna niet te vinden. Het duurde dan ook een hele tijd voordat de bieb het voor mij reserveren kon.

Annejet van der Zijl werkte een tijd als misdaadverslaggeefster en een selectie van haar verslagen vormen dit boek. Sommige misdaden zijn, hoewel ze lange tijd voorpaginanieuws waren, in de vergetelheid geraakt. Andere moorden worden nog steeds zo nu en dan ter sprake gebracht. Maar de verhalen lezen als een trein, want ook hier is het schrijftalent onmisken-baar. Geen droge verslagen, maar verhalen waar kop en staart aan zit. Een boek dat ik met plezier las, ondanks de soms verdrietige en gruwelijke zaken.

Veerkracht

Een scrabble-vriendin heeft in haar leven al vele moeilijkheden overwonnen. Lange tijd sukkelde ze ernstig met haar gezondheid en zelfs nu laat die te wensen over. Toch is ze altijd optimistisch en vrolijk en laat ze zich door niks uit het veld slaan.
Maar één van de laatste dagen van het oude jaar overkwam haar iets dat haar hele wereld op zijn kop zette. Ze werd in haar huis overvallen, gegijzeld door een groep mannen en beroofd van alles wat waardevol was. Ze woont op de bovenste verdieping van een flat, nou niet meteen de plek waar je een overval zou verwachten. Het bleek dan ook een vooropgezet plan te zijn geweest. De man die haar altijd zo vriendelijk had geholpen, zat in het complot. Wie het hele verhaal wil lezen wil, klikt hier.
Och, och, je zou voor minder van de kook raken. Maar niet W., die inmiddels alweer gewoon elke keer present is bij de scrabble-club. Haar vertrouwen in de mensheid mag dan wel een flinke deuk hebben opgelopen, ze laat zich echt niet alle pleziertjes afnemen, vertelde ze ons. Het is echt een vrouw met een enorme veerkracht!

Schrik

Vorige week liep ik op weg naar de kapper. Plotseling kwam er uit een zijstraatje een man met twee grote honden. Die honden sloegen meteen aan en met ontblote tanden blaften ze fel en vijandig naar me. De man hield ze maar met moeite vast.
Ik schrok me lam. Ik ben een beetje bang van honden, vooral van dat soort en zoiets geeft me helemaal de rillingen.
Snel liep ik door. De man riep iets, maar wilde er geen aandacht aan schenken. Tot ik hem plotseling hoorde ik zeggen “Ja, nu hoort u niks hè?” Ik draaide me om. Hij bleef gelukkig op afstand, want de honden stonden al weer dreigend te blaffen. “Ik ben heel gespannen en dat voelen die honden ook. Ik ben hier al eens overvallen, door zware criminelen. Dus dan weet u het. Mijn excuses hiervoor.” Ik zal de man wel perplex hebben aangekeken. Ik stamelde wat, voelde me totaal uit het lood geslagen.
Daarna ben ik snel doorgelopen, maar ondertussen raasde er van alles door mijn hoofd. De man leek best een nette vent, geen branieschopper. Zou het waar zijn? En wat betekent dat dan? En wat zou er gebeurd zijn als hij de honden niet had kunnen houden. Ik moet er niet aan denken. Zelfs toen ik na een paar uur thuis kwam, moest ik mijn verhaal nog kwijt.
Blaffende honden bijten niet, zegt het spreekwoord. Maar mijn hand steek ik er niet voor in het vuur!