Boek

Eline stamt uit een gegoed Leids gezin en is getrouwd met Wieger, een archeoloog. Ze is niet religieus, wel ongedurig en heeft behoefte aan vrijheid. Als haar man naar een klein dorp in Drenthe gaat om er een veenlijk te onderzoeken, mist Eline hem enorm. Impulsief besluit ze naar hem toe te gaan en ze neemt haar kinderen mee.

Hoewel ze vriendelijk wordt ontvangen in het dorp, leidt haar aanwezigheid tot opschudding. Eline is niet gewend van haar hart een moordkuil te maken en haar vrije manier van doen en denken valt niet bij iedereen in goede aarde. Ze wordt dan ook min of meer terug gestuurd naar Leiden.

Nederland is in 1918 dan wel nog steeds neutraal in de grote oorlog, iedereen krijgt toch te maken met de nare gevolgen. Familieleden komen om, er is weinig meer te krijgen, het is armoe troef. Dan aan het eind van die oorlog staat een nieuwe en nog onbekende vijand op: de Spaanse griep maakt heel veel slachtoffers. Eline besluit terug te keren naar het Drentse dorp en helpt bij de verzorging van de grieppatiënten. Haar blik op de wereld wordt wijder en haar leven wordt langzaamaan anders.

Het boek is goed geschreven en die periode (1918 tot ca. 1922) interesseert me in hoge mate. Ik las het boek in één adem uit. Ik ga zeker nog meer boeken van deze schrijfster lezen.