Laatst vond ik in de bibliotheek, eigenlijk zuiver intuitief, weer zo’n boek waar ik stil van werd.
De tapijtverkoper van Meg Mullins vertelt over een bijna onmogelijke liefde tussen twee eenzame mensen. Hij is alleen uit Iran gekomen, verkoopt tapijten en wacht op zijn vrouw. Zij is een studente, die zich onnoemelijk alleen voelt in New York.
Ze ontmoeten elkaar op het vliegveld, waar ze beiden in feite niets te zoeken hebben. Maar daar val je tussen alle vertrekkende en aankomende mensen niet zo op.
Meg Mullins beschrijft dan op prachtige wijze hoe de onmogelijke liefde tussen deze twee mensen opbloeit.