De meeste boeken van Marja Visser die ik gelezen heb, vind ik mooi. Ik hou van historische verhalen en bij het zien van deze titel wilde ik het meteen graag lezen.
Maar nadat ik de laatste bladzijde had omgeslagen, kwam ik tot de conclusie dat dit boek toch niet geheel aan mijn verwachtingen voldeed.
Het is het verhaal van Johanna van Coesvelt, een jonge vrouw, die van huis weggaat om dienstbode te worden bij een kasteelheer. De kasteelheer is aardig, maar zijn zoon niet. Hij maakt Johanna het leven soms knap zuur.
Na de dood van de kasteelheer vertrekt Johanna met een kunstschilder naar Middelburg. Zij verzorgt zijn huishouden, heeft wel gevoelens voor de schilder, maar wil niet met hem trouwen.
Dan vindt de schilder een andere liefde en verlaat Johanna zijn huis om huishoudster te worden in een groot en voornaam huis in Den Haag. Nu zouden we haar een soort van “manager” noemen, want zo’n voornaam huishouden heeft een stoet aan personeel en er is veel te organiseren.
Wanneer mevrouw op sterven ligt, belooft Johanna voor haar man te zorgen. En om praatjes te voorkomen, trouwt de heer des huizes haar.
Ik had gedacht dat juist die laatste periode veel aandacht zou krijgen, maar weinig pagina’s worden aan deze tijd besteed. En dan nog zeer oppervlakkig.
Al met al wel een lezenswaardig boek, maar de titel dekt naar mijn mening niet de inhoud.