Ik ging naar Gent voor de tentoonstelling van Jan van Eyck. En omdat Leo daar niet zo’n zin in had, ging ik alleen, met de trein.
Jammer genoeg heb ik al een tijdje last van een zere knie. Ik hoopte dat die pijn over zou zijn, maar juist bij dit bezoek kreeg ik enorm veel last. Veel trappen lopen is dan natuurlijk niet prettig, maar ik ontkwam er in het MSK niet aan. Het vergalde een beetje het plezier van de tentoonstelling die absoluut zeer mooi is.
Er zijn nog maar een kleine twintig werken van Van Eyck in de wereld. Het enige in Nederlands bezit behoort aan Museum Boymans van Beuningen en ik weet dat ik daar vaak naar heb staan kijken.
Maar van de andere werken zijn natuurlijk vele foto’s in omloop. En dat is dan een beetje verraderlijk. Want die foto’s lijken vaak groter dan het originele werk. Maar het origineel is natuurlijk toch altijd het allermooist. Ongelofelijk dat de werken al meer dan 750 jaar geleden geschilderd werden. De kleuren, de details, de levendigheid, het maakt nog steeds een verpletterende indruk.
Ik was van plan om ook nog een bezoek aan de St. Baafskathedraal te brengen om daar het Lam Gods te bekijken. Maar nee, mijn knie liet me weten dat zoiets beslist geen goed idee was. Dus nam ik de trein terug naar Antwerpen.
Niet alle werken van Jan van Eyck zijn in Gent te zien. Sommige schilderijen zijn zo fragiel dat ze niet uitgeleend kunnen worden.
Wie ook naar Gent wil gaan, doet er verstandig aan om kaarten van te voren te bestellen. De tentoonstelling is vrij druk en dus is het zinvol om een wat rustiger tijdslot te kiezen.