Gedachtenkronkels leiden soms naar moeilijke vragen. Zo aten wij deze bietjes. Telkens wanneer wij dat eten, denk ik terug aan mijn kuren in Katwijk, nu al meer dan 60 jaar geleden. Ik herinner me dat bietjes daar niet mijn favoriete eten was. Niks eigenlijk, ik was een ongelofelijke miezemeut. Maar daar was een probate oplossing voor. Drie verpleegsters kwamen er aan te pas. Eén om je benen vast te houden, één om je neus dicht te knijpen en de laatste hield de volle lepel paraat. Die werd meteen in je mond gestopt als je naar adem hapte. Middeleeuws… ja wel een beetje. Maar daar dacht ik deze week niet aan. Het viel me ineens op dat er toen blijkbaar verpleegsters zat in dat sanatorium waren. Ook in andere ziekenhuizen. En niet alleen daar. Overal werkten veel meer mensen dan nu. Schepen werden gelost en geladen met behulp van tientallen mannen. Nu varen enorme schepen van hot naar her met maar een handjevol personeel.
Toch telde Nederland maar zo’n 11 miljoen inwoners, waarvan bijna alleen de mannen buitenshuis werkten. Nu staat de teller op 17 miljoen, nemen veel vrouwen ook deel aan het arbeidsproces, maar is er toch krapte op de arbeidsmarkt. Inmiddels is ook heel veel geautomatiseerd. Er worden robots ingezet om ouderen wat “gezelligheid” en “aanspraak” te geven. Waar werken die 17 miljoen dan? Tijd voor een persoonlijk praatje ontbreekt. We doen beslist iets niet helemaal goed, want toen hadden mensen nog wél overal tijd voor, terwijl de werkdruk toch beslist hoger moet zijn geweest.