Recept

Deze week maakte ik deze herfststamppot. Past uitstekend bij de vallende bladeren en wat onbestendig weer.

Voor 2 personen:

400 gr. Vastkokende aardappelen
1 knolselderij
150 gram spekblokjes
2 eetlepels pesto
4 eetlepels geraspte kaas, vermengd met
2 eetlepels paneermeel
peper, zout
olijfolie

 

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bak de spekblokjes uit tot ze knapperig zijn.
Schil de aardappelen en maak de knolselderij schoon. Snijd beide groentes in ongeveer even grote blokjes.
Kook de aardappelen en knolselderij beetgaar, giet af en stoom even droog.
Vet een ovenschaal in met wat (olijf)olie.
Meng aardappelen, knolselderij, pesto en spekblokjes voorzichtig door elkaar. Voeg peper en zout naar smaak toe.
Schep in de ovenschaal en strooi het kaas/paneermeel er over.
Laat in de oven ongeveer 25 minuten gratineren.
EET SMAKELIJK!!

Bron: http://www.janhof.nl

Pindasoep

Vorige week maakte ik weer eens een keertje pindasoep. Lekker pittig, stevig en met een stukje brood erbij een hele makkelijke maaltijd, want het was veel te warm om uitgebreid te koken.

Voor 4 personen:
1 kipfilet, in blokjes
1 ltr. kippenbouillon (van een blokje)
1 flinke ui, gehakt
2 tenen knoflook, gehakt
stengel citroengras
stukje gember, gehakt
zakje soepgroente
ketoembar, koenjit, ketjap, sambal
4-6 eetlepels pindakaas
peper en zout naar smaak
olie

Fruit ui, gember en knoflook in een scheutje olie, voeg de ketoembar, koenjit en sambal toe.  Bak hierin de kipfilet zachtjes aan, voeg de soepgroente er door en schenk de kippenbouillon erbij.  Kneus het citroengras en laat in de soep meetrekken. Breng alles zachtjes aan de kook en laat ca. 15 minuten pruttelen.  Roer de pindakaas met een scheut ketjap en wat bouillon smeuig en voeg toe aan de soep. Nog even zachtjes laten doorkoken en op smaak brengen met peper en zout en misschien nog wat sambal. Verwijder voor het serveren het citroengras.

Wij aten er naanbrood bij, stokbrood smaakt natuurlijk ook.

 

PS: het is een eigen variatie op een recept van Allerhande

Gewoon een deegkom

Als ik vroeger bij mijn zus logeerde, bakte ze vaak cake. En dan kwam altijd de grote groene glazen kom te voorschijn. Toen Rina overleed kwam de schaal in mijn keuken terecht. En ook ik gebruik hem regelmatig. Het is gewoon een gebruiksvoorwerp. Maar laatst, op de Noordermarkt in Amsterdam, stond daar ineens zo’n zelfde kom. Met de naam van de ontwerper erbij en een behoorlijk prijskaartje erop.
Nooit geweten dat ik mijn sla aanmaak in een heuse design-schaal van Jane Ray. Thuis zocht ik natuurlijk meteen op internet naar mijn schaal. Er blikt nog een levendige handel in dit soort serviesgoed te zijn en op Pinterest is zelfs een bord met alleen serviesgoed van deze ontwerpster.  

Martha Stewart heeft een hele verzameling en beweert dat sommige items een fortuin waard zijn. Nou, dat kan best zijn, maar ik verkoop mijn schaal niet. Ik vond hem in het begin al mooi en dat is hij nog. Ik blijf hem gewoon gebruiken, want voor beslag maken of salade husselen vind ik hem nog steeds ideaal.

Noodkachel

In een tijd waarin kinderen niet meer weten wat een kolenkachel is, is het begrip noodkachel al helemaal onbekend. Eerlijk gezegd kende ik hem alleen van horen zeggen. Op de tentoonstelling De tweede wereldoorlog in 100 voorwerpen stond deze noodkachel en zo zag ik hem dan ook voor het eerst. Een uit blik geflanst kacheltje, waar alles wat maar brandbaar was in werd gestopt om maar enigszins warmte te hebben en eten te kunnen koken.

Dit exemplaar ziet er nog redelijk stabiel en goed werkend uit, maar dat van mijn ouders moet uit oude augurkenblikken zijn gemaakt. Nadat alle mogelijke brandstofbronnen waren uitgeput, besloot mijn moeder het hout van de zolderafscheiding te gebruiken. Na de oorlog leverde dat nog een berisping op van de verhuurder. Nou ja, daar maalde mijn moeder niet meer om, zij had even wat warmte gehad in de hongerwinter en het weinige eten dat er was kunnen koken.
Dat het kacheltje niet optimaal werkte, blijkt wel uit haar opmerking als iemand vroeg waarom ze weer eens niet thuis was: “Ik ben net een noodkachel, ik rook of ik ga uit 😉 “

 

Suiker

Het duizelt me soms door alle verschillende informatie die we krijgen over ons voedsel. De een zegt dat je dit niet mag de ander vertelt juist dat je het wel moet nemen omdat… Ik kan, eerlijk gezegd, door de bomen het bos niet meer onderscheiden.

Ik geloof nog steeds dat je het best gewoon, natuurlijk kunt eten. Dus geen pakjes, zakjes of wat dan ook. Maar zelf een lekker gerecht maken van natuurlijke producten. Veel groenten en/of fruit eten, niet altijd vlees op het menu. Met wat verse of gedroogde kruiden en specerijen is zo veel te variëren. Daar hoeft geen Knorr of Maggi aan te pas te komen.

Bijkomend voordeel is dat je zelf bepaalt hoe zout en hoe zoet je het maakt. Ik kook al jaren met weinig zout en vooral met weinig suiker. Toen ik laatst las dat wij met z’n allen gemiddeld ruim 36 kilo suiker per jaar verstouwen, was ik dan ook hogelijk verbaasd. Elke dag meer dan 100 gram suiker per persoon?

Toch is zo’n hoeveelheid snel gehaald. Want in normale, ongezoete yoghurt zit maar liefst 6 gram suiker per 100 milliliter. Dat betekent 30 gram suiker per halve liter. En zo’n halve liter is zo op!
Suiker zit in bijna alle producten, ook in ham, worst, brood. Uiteraard in zoet broodbeleg. Wie daarnaast ook nog eens normale frisdrank neemt, suiker in koffie of thee doet en de “lekkere” trek stilt met koek en snoep, heeft die 100 gram dus zo bereikt.

Zelf gebruik in steeds minder suiker in de dingen die ik kook of bak. Helemaal zonder kan soms niet en vervangen door kunstmatige zoetstoffen wil ik niet. Maar de industrie hanteert de suikerschep wel erg ruim. Dat kan beslist minder!

Raapsteeltjes

Ik had ze nog nooit gegeten, maar de mevrouw naast me op de markt was er zo enthousiast over dat ik besloot ze maar eens te proberen.
Ik maakte er een voorjaarsstamppotje (voor 2 personen) van:

450 gram aardappelen
2 bosjes raapsteeltjes
half rolletje geitenkaas (ca. 75 gram)
125 gram spekblokjes
50 gram pecannoten
wat melk
azijn
peper, zout, nootmuskaat

rooster de noten even in een klein beetje olie (pas op, het kan heel hard gaan);
bak in dezelfde pan de spekblokjes zachtjes uit, zet het vuur uit en roer er een scheut azijn door;
snijd de geitenkaas in kleine blokjes;
kook de aardappelen gaar, stoom ze droog en pureer ze met warme melk tot een zachte puree;
was de raapsteeltjes, snij de worteltjes er af en hak de  raapsteeltjes wat kleiner;
meng door de puree, warm nog even door zodat alles even slinkt en schep er dan de noten, kaas en spekblokjes door;
breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.

EET SMAKELIJK!

De smaak van toen

Hoe het kwam, weet ik niet meer. Maar afgelopen week liep ik te wandelen toen ik plotseling enorme trek kreeg in een prakje sla met botersaus. Met een zacht gekookt eitje, bloemige aardappels… Mmmmm, het water liep me in de mond.

Het is al jaren geleden dat wij sla aten, botersla. Er staat hier regelmatig sla op tafel, dat wel. Maar dat is dan gemengde sla, rucola of eikenblad. Als bijgerecht. Maar wat ik wilde was een hele maaltijd met sla.
Wat doe je dan? Je haalt zo’n grote groene krop, kookt aardappels en eieren en je maakt botersaus. Ook al zoiets dat ik al lang geleden voor het laatst maakte.

Het werd een feestmaal!! Nu heb ik voorlopig weer genoeg sla gegeten, maar wat heb ik er van genoten! Heerlijk, alsof ik weer terug was in mijn jeugd.

Lekker

Sinds een paar weken staar in mijn voortuintje een bak met verse tuinkruiden. Peterselie, basilicum, dille, selderij, koriander, kervel, munt en bieslook en nog een pot met rozemarijn, bonenkruid en tijm. Alles heerlijk vers en zo geplukt. Dat smaakt toch veel lekkerder dan gedroogd uit een potje. Nu maar hopen dat de zomer weer een beetje wil opschieten. Dan ga ik heerlijke gerechten maken, die geuren en smaken naar de zon 😉