Boek

Simon Roozendaal:
De winkel van mijn vader

In het huidige Rotterdam is de wijk Katendrecht gewoon een wijk als alle andere. Nou ja, misschien verandert ze momenteel in een soort yuppen-wijk, want er verrijzen steeds meer flats, die je met een gewoon gemiddeld salaris niet zo gemakkelijk betalen kan.

Dat was vroeger anders. Toen had de wijk een slechte klank in de oren van de “nette” Rotterdammer. Want de prostitutie tierde er welig. Zeelui van allerlei windstreken liepen er rond, dronken zich een stuk in de kraag en vochten om een vrouw.

Toch was de wijk ook een normale woonwijk, met keurige huismoeders en huisvaders. En met talloze winkels voor de dagelijkse zaken.

In die wijk vestigt zich de vader van Simon Roozendaal en hij begint er een groenten-en fruitwinkel. En zoals toen gebruikelijk, hielp Simon zijn vader. En vond hij zij weg tussen de “paradijsvogels”, de Chinezen en zeelui.

Daarover vertelt hij in dit boek. Een wijk die bijna verdween maar nu herrijst als een Fenix.

Waarover praten zij?

Moest je vroeger naar Katendrecht, dan maakte je een hele omweg. De wijk, bekend om zijn prostitutie en de Chinezen die er woonden, lag nogal afgelegen. Maar ja, wat had een mens daar te zoeken? Het leek het domein van smachtende zeelieden en Chinezen, die er een gesloten gemeenschap vormden.

In de loop der tijd is dat veranderd. Katendrecht kreeg een brug, die in Rotterdam zelden bij zijn officiële naam “Rijnhavenbrug” genoemd wordt, maar meestal “Hoerenloper” heet 😉

Nu is Katendrecht een yuppenwijk geworden, met talloze nieuwbouwflats. En op een zomerse avond is van daaraf een loopje naar de Wilhelminakade snel gemaakt. Niet alleen voor de hippe nieuwe bewoners, maar ook voor de Chinese bewoners. Die zich heerlijk in het zonnetje koesterden, onderwijl druk pratend.

Maar waar over praatten zij? Dat kan ik je niet vertellen. Ik wilde eerst van dichterbij fotograferen en vragen om toestemming. Maar dat lukte niet. Want de oudere Chinezen hebben vaak zo hard gewerkt, dat het leren van de Nederlandse taal erbij is ingeschoten. Dan maar wat verder af, dat maakt me eigenlijk niks uit, ik vond het een mooi plaatje.

Geen Frankrijk

Vorige week scheen het zonnetje zo lekker, dat we besloten even naar Katendrecht te gaan. We vonden een leuk plekje, lekker stil met een bankje aan het water. Mooie stek om even te rusten en een boterhammetje te eten.

Toen ik terugliep naar de auto viel me nog iets op. De huizen daar hebben iets buitenlands. Dat vinden de bewoners blijkbaar ook, want heel veel huizen zijn op Mediterraanse wijze van wijnranken, potten met vijgen en bloemen voorzien. Net Frankrijk, maar toch net anders.

Natuur in de stad

Deze uitbudinge druif kwam ik tegen op Katendrecht. Vroeger bekend om de dames van lichte zeden. Tegenwoordig een Rotterdamse wijk met allure. En daar zitten de bewoners natuurlijk niet achter de geraniums. Daar hoort iets van meer standing. Druiven, vijgen, olijven of Agapantussen, je kunt het er vinden. De bewoner van dit huis heel wat te snoepen. Of zou dit een Katendrechtse wijnbouwer zijn?

Bijnamen

Rotterdammers geven vaak een bijnaam aan gebouwen of plaatsen in hun stad. Zo kun je lekker winkelen in “De Koopgoot”, want “Beurstraverse” is veel te deftig. Het Blaakstation heet gewoon de “Fluitketel” en als je er bent, zie je wel waarom.

De brug hier heet in het officieel “Rijnhavenbrug” . Het is de verbinding tussen Hotel New York en Katendrecht. En die laatste wijk was alom bekend om zijn dames van plezier. Dus noemt elke Rotterdammer hem gewoonweg “De Hoerenloper”.

PS: Die meneer in dat rode jack is mijn eigen Leo en we maakten die middag gewoon een keurig wandelingetje 😉 Katendrecht wordt meer en meer een yuppenbuurt, met leuke winkels en gezellige restaurants. Dames van plezier zijn er nog nauwelijks.

Onverwachte ontmoeting

  Wie verwacht er nou een ontmoeting met twee varkens, midden in een Rotterdamse woonwijk. Toch gebeurde het! Op een kaal stukje grond in Katendrecht staat een echt Varkenshuis. De bewoners Blonde Arie en Slome Japie genieten er van de aandacht en het eten dat de buurtbewoners hun geven.

 

   

Wij kenden ze nog niet, maar op hun Facebookpagina staat te lezen dat ze al wereldberoemd in heel Nederland zijn. Ik heb de pagina geliked, want de stad kan nog wel wat natuur gebruiken. En zo leren kleine Rotterdammertjes er ook een heleboel wetenswaardig bij.
Rondom het Varkenshuis is een een Chinese moestuin aangelegd en staat er mais, dat als voer wordt gebruikt. Zullen Japie en Arie nou straks gekruide koteletjes worden?