In 1973 ging ik natuurlijk vóór mijn trouwdag naar de kapper. Niet in Rotterdam, maar op de zaterdag ervoor in Leeuwarden.
Waarom zo ver? Omdat mijn melkboerenhondenpiekhaar daar van een leuke springerige krulletjes werd voorzien. Ik kwam er al wat langer, nadat ik een uitzending over kapper Wyb Feddema in een TV-programma had gezien.
Feddema had een speciale techniek ontwikkeld om steil haar te fatsoeneren. Eerst werd het gepermanent en daarna tot kleine lokjes gedraaid en heel kort geknipt. Het leek een beetje op een schapenkopje en niet iedereen was er enthousiast over. Mijn toenmalige collega moest er vooral erg aan wennen. Maar Leo vond het wél leuk en ja, die had toch de meeste invloed.
Zelf was ik ook erg enthousiast, want mijn haar bleef lekker in model, wassen en drogen was een eitje.
En die reis naar Leeuwarden vond ik geen probleem. Later, met kinderen werd het een beetje lastig en zocht ik een kapper in de buurt. Maar die super korte krulletjes zou ik best nog wel willen hebben.