Hiroshige

Ze zijn er bijna, de reizigers van Hiroshige. Als het weer helder is, zien ze Kyoto al liggen. Nog één stop, hier bij het theehuis in Otsu.In deze tijd is de afstand een fluitje van een cent, met de bus of de metro. Maar nog overal kun je even iets eten, koffie of thee drinken. Het hoeft tenslotte niet altijd een echt theehuis te zijn!  

Stoeltjeslift

Vanuit Tokio gingen we wandelen op Mount Takao. Niet al te ver en toch helemaal buiten de stad. Thuis had ik me voorbereid, dus ik wist dat je met een stoeltjeslift al halverwege de top zou kunnen komen. En dat was ook zo. Alleen had ik geen rekening gehouden met de Japanse opvatting van “eigen verantwoording”. Toen we dus in de stoeltjeslift stapten, was er geen beveiliging. Geen punt, je blijft rustig zitten, gaat vooral niet schommelen en geniet van de omgeving in de ongeveer 10 minuten naar de top. Voor mij was dat genieten maar matig, want ik heb al hoogtevrees als ik op een krukje sta. En dus hield ik me de hele rit naar de top krampachtig vast, alsmaar denkend en hopend dat er “heus niets zou gebeuren”.
Maar goed, ik schrijf dit vanuit mijn eigen werkkamer, dus alles liep gewoon goed af.
En de wandeling was ook bijzonder mooi. De bomen verkleurden al , eindeloze trappen voerden naar prachtige tempels en het uitzicht boven op de 599,03 meter hoge top was fenomenaal. We konden zelfs voor de tweede keer Mount Fuji zien.Het laatste stuk was pittig en het was maar goed dat Leo me met peptalk naar boven kletste. Maar het schijnt dat zo’n fikse wandeling je geest en lichaam loutert. En ook dat is toch mooi meegenomen!

Oh ja, terug namen we de cablecar, dus veel minder griezelig gelukkig 😉

 

Fuji-san

Het symbool voor Japan is Mount Fuji, of zoals de Japanners liefdevol zeggen “Fuji-san”. Een bijna symmetrische berg, met altijd een laag sneeuw op de top. Eigenlijk is een bezoek aan Japan niet volledig wanneer je Fuji-san niet gezien hebt. Toen wij in 2009 met de trein langs reden, was hij gehuld in nevelen. Zoals dat vaak gebeurt. Maar dit keer kregen wij hem prachtig in beeld, toen wij een bezoek aan Hakone brachten. Dat was overigens een geluk, want kort nadat ik deze foto maakte, werd hij alweer aan het oog onttrokken door dichte wolken.

Hiroshige

In Kutatsu komen Hiroshige’s reizigers langs het postkantoor. Zouden ze hun geliefde een brief schrijven en hier posten? Het lijkt er wel erg druk te zijn.
Helaas is het postkantoor nu een minder aansprekend gebouw. Maar ja, er komen nu ook niet meer zoveel reizigers voorbij.
 

Kruimels

Vlak voor ik op vakantie ging, bakte ik een groot stuk gevulde speculaas. Ik wilde het meenemen naar Japan als presentje uit Holland. Mijn baksel zag er prachtig uit en rook heerlijk. Maar toen ik het om wilde draaien, gleed het van de schaal. Helemaal in stukken. Helaas, dat kon ik natuurlijk niet meer meenemen. Onze buren lustten wel wat brokstukken en zelf aten we ook noodgedwongen 😉 wat stukken. Gelukkig had ik nog voldoende voorraad amandelpers om diezelfde dag opnieuw te bakken.


De doosjes waarin het verpakt zou worden, had ik al eerder gemaakt en zagen er zo uit. Mijn baksel vergat in in alle consternatie te fotograferen, maar ook het tweede stuk zag er prachtig uit.
En het souvenir viel zeker in de smaak!

Treinen

Reizen met de trein in Japan is uitermate ontspannend. Zeker als je in zo’n mooie Shinkansen rijdt.

Van te voren heb je je plaatsen gereserveerd en dan hoefje alleen nog maar op de juiste plek in de rij te gaan staan en in te stappen. Niet treuzelen, want de trein vertrekt op de minuut nauwkeurig en de in-en uitstaptijd is dus beperkt. Toch voelde het niet als gestresst, integendeel.
De trein wordt aan begin en eind schoongemaakt, want elke trein ziet er onberispelijk uit. En je rijdt altijd vooruit. Alle stoelen worden aan het eindpunt gekeerd. Je hebt er behoorlijk veel beenruimte, een tafeltje en er is cateringservice. Is dat er niet, dan heb je al wat op het station gekocht. In de trein zijn automaten, waar je iets te drinken uit kunt halen.

De reis duurt meestal niet zo lang, maar toch wil je misschien even naar het toilet. Geen punt, diverse toiletruimtes zijn beschikbaar en ook daar verbaasde ik me over de properheid en hoe er over alles is nagedacht. Een beugel om je vast te houden, gelegenheid om een kind te verschonen, aparte ruimtes om je op te maken of je tanden te poetsen. Daarnaast zijn er voldoende grote afvalbakken. En daar doet dan ook vrijwel iedereen zijn afval in.  
En waar je dat alles kunt vinden, hoef je je niet af te vragen. Dat staat op je tafeltje voor je. Trouwens, lang hoef je op zo’n trein nooit te wachten, want er rijden op het trajekt Tokyo-Osaka minstens acht (8) dergelijke treinen per uur, nog afgezien van de “gewone”treinen. Maar daar ben je dan weer wel aanzienlijk meer reistijd mee kwijt.

 

Soort van….

Kennen wij de zoete poffertjes, met suiker en roomboter geserveerd in een nostalgisch ogende zaak, in Japan eten ze ook een soort van poffertjes. Maar die zijn dan gevuld met inktvis en dus hartig. Dat vullen gaat nog niet zo eenvoudig. En hoewel er nu ook geautomatiseerde manieren zijn, vinden wij deze manier toch het leukst. Samen maken de man en vrouw handig leuke ronde bolletjes, die grif van de hand gaan.
Klik hier of op het filmpje om te zien hoe dat gaat.

Helaas hadden we net gegeten en hebben we deze specialiteit niet geproefd 🙁

Hiroshige

  De inwoners van Minakuchi zijn druk bezig met het drogen van repen kalebas. Willen ze die verkopen aan de reizigers die Hiroshige volgde op hun reis? Of hebben die genoeg voorraad bij zich?
Nu is het stil in Minakuchi, niemand te zien bij de zich in het water spiegelende huizen.

Boeddha

Als we besluiten naar Kamakura te gaan om de tempels en vooral de Grote Boeddha te zien, vergissen we ons in de enorme omvang van het station Tokyo. Want zijn in Nederland alle sporen (meestal) naast elkaar, in Japan lopen de sporen over elkaar heen en moet je soms trap op of af om het juiste spoor te vinden. Hijgend rennen we het perron op. gelukkig, de trein staat er en we stappen in. De rit zou zo’n uurtje duren, dus voorlopig zaten we rustig te kijken. Dat de plaatsnamen ons niet bekend voorkwamen, was niet zo gek. Maar plotseling stopte de trein en iedereen stapte uit. Was dit Kamakura? Welnee, in de verste verte niet. Wat bleek ons later, toen we weer helemaal terug waren gegaan. We hadden de trein in de verkeerde richting genomen. Nou ja, foutje.
Dus namen we de trein terug, maar nu nadat we goed hadden gekeken of het wel de juiste richting was. Uiteindelijk kwamen we in Kamakura aan en liepen met de stroom mee naar de Tokeji tempel. Genoten van de prachtige natuur rondom en stapten welgemoed het “wandelpad” naar de Great Buddha op. Het zou op en neer gaan en dat deed het ook. Eerst een oneindig aantal traptreden en daarna een smal pad dat  

dwars door het bos ging, over boomstronken en grote stenen. Niks wandelpad, het leek wel een steeplechase. Maar ja, je begint er aan, dus je maakt het ook af. Al namen we verderop wel een alternatief en gemakkelijker pad om uiteindelijk bij de Grote Boeddha aan te komen. Daar zag het zwart van de mensen en een Duitse meneer probeerde ons zijn kaartjes voor de helft van de prijs te verkopen. Ze waren niet afgestempeld en dus konden ze nog wel eens gebruikt worden. “Haben Sie gewonnen und ich auch”. Maar daar trapten we niet in. Eerlijk betaalden we de entree, zodat we de Grote Boeddha met een gerust hart onder ogen konden komen. 😉