In mijn ouderlijk huis was, tot 1969, geen douche of badkamer. Hoe we dan schoon werden? Nou gewoon, in een teil. Die werd in de keuken gezet en daar ging ik dan in. Hij werd gevuld met keteltjes warm water en dan kon ik een beetje ploeteren.
Misschien ging mijn moeder en zus er later ook nog wel in. Al geloof ik dat zij wel telkens weer schoon water namen. En mijn vader? Die ging elke week met zijn handdoek en schoon ondergoed naar het badhuis.
Zo’n ritueel werd natuurlijk niet elke dag herhaald. Geen denken aan! Eén keer per week, dat was het. De andere dagen wasten we ons aan het aanrecht. En werden we ook schoon.
Bij Leo was wel al langer een douche. Gemaakt op een deel van het balkon. En dat was ’s winters best een koude bedoening. Maar die kou deerde hem niet. Die was hij wel gewend. Want dagelijks waste hij zich op zolder, aan een kleine wasbak met uitsluitend koud water. Ja, ja, dat waren barre tijden.
Nu is er in vrijwel elk huis wel een douche en is dagelijks douchen gewoon. En wat wordt er nu gezegd? Dat het helemaal niet nodig is om elke dag te douchen. Zowel uit gezondheids- als uit milieuoogpunt.
Ach ja, nou hebben we alle mogelijkheden voorhanden, zijn er toch nog bezwaren…
😉 😉 😉