Toen ik klein was leerde ik in een vakantie fietsen. Dat was in een rustige straat in een rustig dorp, waar de auto’s nog op één hand te tellen waren.
Thuis in Rotterdam mocht ik soms een fietsje huren. Maar ver er op weg rijden, dat mocht ik beslist niet. Rechtsom en na vier straten was ik weer in het zicht van moeder, die angstig uit het raam keek
Onze kinderen speelden in de buurt, er was nog volop ruimte. Of ze altijd zo veilig waren? Ik denk het niet, maar over hun bijna-ongelukjes hoorde ik pas toen ze al volwassen waren. De kinderen van nu hebben fietsjes, steps en kunnen gaan en staan waar ze willen.
Of zie ik dat verkeerd? Want mama kijkt nu niet meer uit het raam, maar op haar laptop. Ze kan ze volgen met een soort van horloge, soms tot op de meter nauwkeurig. Misschien voor de ouders geruststellend, maar voor de kinderen lijkt het me benauwend.
En dat die horloges ook voor ouderen een uitkomst zouden zijn, zodat je zoon of dochter kan kijken waar je bent…. daar moet ik toch ook niet aan denken. Ik hou liever mijn vrijheid 😉