Herinnering

Dit plaatje op de zeurkalender bracht me terug naar 1992. Geen jaar met een gouden randje, want mijn zus werd heel ernstig ziek en dat had nogal wat gevolgen. Manlief dreigde ook nog zijn baan te verliezen. Nou ja, zorgen alom.
Maar we gingen op vakantie, naar Libre in Zuid Frankrijk. Een lange reis en ik was dan ook blij dat we het bordje naar het dorp zagen.
Het ging een smalle bergweg op, met 11 haarspeldbochten. Achterin hoorde ik onze kinderen zuchten. Goeie grutten, wat een hoogte. Leo concentreerde zich hevig op de weg en liet merken dat ook hij het een lastige klim vond. Ik zei niks, maar God hoorde me brommen. Ik heb het sowieso niet op bergen en mijn hoogtevrees speelde danig parten.
Ik zag het voor me, elke dag naar beneden en weer terug. Leo en de kinderen wenden snel aan die route, maar ik lag ’s nachts in bed te tellen. Nog zoveel dagen, dat is 11 x 2 minimaal die vermaledijde bochten nemen. Ik reed dan wel niet zelf, maar toch had ik telkens het zweet in mijn handen.
Leo vergat een keer iets en wilde weer terug naar boven. Nog een keer die rotweg, nog een keer die angst, nog een keer 22 bochten. Ik leed in stilte.
Toen kwam de dag dat we ergens reden en ik zei dat we links af moesten. Oh, dus hier naar rechts, zei plaaggeest Leo, die het wel goed gehoord had. Nee!!!! Ik gilde het uit, want rechts lag een ravijn van vele honderden meters diep. Het was het breekpunt. Eenmaal terug in het vakantiehuis kreeg ik het zo benauwd, dat ik beslist niet langer wilde blijven. We besloten terug naar Nederland te gaan. Dag vakantie, dag zon, dag rust,
Het heeft nog een paar jaar geduurd voor ik weer naar een bergachtig gebied durfde. Hoe een paar lijntjes een herinnering weer terug kunnen brengen….

Bewaren

Bewaren

Stoeltjeslift

Vanuit Tokio gingen we wandelen op Mount Takao. Niet al te ver en toch helemaal buiten de stad. Thuis had ik me voorbereid, dus ik wist dat je met een stoeltjeslift al halverwege de top zou kunnen komen. En dat was ook zo. Alleen had ik geen rekening gehouden met de Japanse opvatting van “eigen verantwoording”. Toen we dus in de stoeltjeslift stapten, was er geen beveiliging. Geen punt, je blijft rustig zitten, gaat vooral niet schommelen en geniet van de omgeving in de ongeveer 10 minuten naar de top. Voor mij was dat genieten maar matig, want ik heb al hoogtevrees als ik op een krukje sta. En dus hield ik me de hele rit naar de top krampachtig vast, alsmaar denkend en hopend dat er “heus niets zou gebeuren”.
Maar goed, ik schrijf dit vanuit mijn eigen werkkamer, dus alles liep gewoon goed af.
En de wandeling was ook bijzonder mooi. De bomen verkleurden al , eindeloze trappen voerden naar prachtige tempels en het uitzicht boven op de 599,03 meter hoge top was fenomenaal. We konden zelfs voor de tweede keer Mount Fuji zien.Het laatste stuk was pittig en het was maar goed dat Leo me met peptalk naar boven kletste. Maar het schijnt dat zo’n fikse wandeling je geest en lichaam loutert. En ook dat is toch mooi meegenomen!

Oh ja, terug namen we de cablecar, dus veel minder griezelig gelukkig 😉

 

Geen hoogtevrees

Dit schip zagen we deze zomer, toen we naar Enkhuizen gingen.

Zo’n groot zeilschip zou niets voor mij zijn. Ik ben al niet zo’n waterrat, maar ook het klimmen om de zeilen los te maken geven mij de bibbers. Ik wordt al akelig op een keukentrapje 🙁  Maar de bemanning heeft zeker geen last van hoogtevrees.

   

Hoogtevrees

Via de site van Chantal kwam ik op Brekend.nl, de site waar deze foto stond.
Chantal plaatste de link omdat ze fan van New York is. Die stad staat nog op mijn “to travel to”-lijstje, maar waar het mij nu vooral om gaat is  de ontspannen houding waarop deze mannen tegen de kabels van de Brooklyn Bridge leunen. Alsof ze met beide benen op onze aarde staan en er geen hoogte of hoogtevrees bestaat.
Het zijn schilders die de brug hun regelmatige onderhoud geven. Mijn vader was ook schilder en hij stak altijd de draak met mijn angst voor hoge dingen. Ik vind een huishoudtrapje al eng, laat staan zo’n hoog gevaarte.