Als we niet in mijn oude buurt gewandeld hadden, had ik van dit boek waarschijnlijk niet geweten. Maar het affiche op het raam van een huis aan de Mathenesserweg trok mijn aandacht. De bieb had het gelukkig en dus lees ik nu het ongelofelijke verhaal van een gezin -vader, moeder en twee dochters- die de oorlog overleefde door onder te duiken bij een katholiek gezin.
Carry Ulreich begint haar dagboek als ze nog maar 14 jaar is. Wat ze opschrijft is dan nog niet zo heel interessant. Vrienden, vriendinnetjes, school spelen de hoofdrol. De oorlog is rottig, maar ja, als 14-jarige beleef je dat toch anders en ligt je belangstelling niet zo bij politiek. Maar gaandeweg zie je haar groeien, volwassen worden. Lees je over hoe de sfeer en de leefomstandigheden in Rotterdam in die jaren zijn. Hoe er steeds meer beperkingen komen voor Joden. En dat ze uiteindelijk gaan “duiken”. Ze beschrijft het dagelijks leven, met toch nog wel leuke momenten, feestjes, dansen. Maar ook de ergernissen, de angsten. De soms ongelofelijke mazzel, het zich verstoppen, honger, zoeken naar voedsel, saamhorigheid. Haar dromen over vrede, misschien volgende week, volgende maand, jaar… wanneer…? Dan ja, dan is er eindelijk een einde aan die oorlog. Haar dagboeken stopt ze in haar rugzak en daar blijven ze. Totdat al dik in de 21e eeuw ze het dagboek terugvindt en het dan toch wordt uitgegeven.
Lezenswaardig, met soms rake bespiegelingen, en een volwassen kijk op een idiote wereld.
Bewaren
Bewaren
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...