Napraten

Vandaag moesten Leo en ik even uitrusten en napraten over het feestje van gisteren en de hectische dagen van vorige week. Want niet alleen was er feest, er gebeurde ook nog van allerlei minder gezelligs. Maar daarover vertel ik later wel. Nu eerst Leo’s verjaardagsfeest.

Bijna alle vrienden hadden gehoor gegeven aan de uitnodiging die Jorik ontworpen en verstuurd had. En dus werden op zaterdagmiddag allereerst de taarten met familie en vrienden aangesneden en opgegeten en werd er later met een glaasje bubbels geproost op nog vele gezonde en fijne jaren!
Daarna gingen we met z’n allen met de metro naar Koken in Rotterdam, waar we gezamenlijk het diner hebben klaar gemaakt. Oud en jong, volleerd kok of amateur tegen wil en dank, allemaal moesten we aan de bak. Leo kreeg de taak van supervisor en hield ons allen goed in de gaten. En onder leiding van Louise en haar assistenten kregen we het zowaar voor elkaar een compleet en heerlijk 3-gangen diner in elkaar te sleutelen. Tijdens het koken konden we heerlijk met elkaar praten en lachen, zodat het een ongedwongen en gezellig feest werd.
Na afloop was er nog genoeg tijd om thuis na te praten en de avond af te sluiten met een glaasje van het een of ander.

Nostalgie

Een hele CD met oude foto’s van Rotterdam bracht een vriend voor ons mee. Hij had ze weer via via gekregen. Van straten en pleinen in een stad zie wij niet meer gekend hebben, of soms nog heel vaag herkennen.
Van straten met nauwelijks auto’s, met vele herinneringen aan wat al weer een lange tijd geleden is.
Zoals deze. Het is de straat waar ik woonde totdat ik het ouderlijk huis verliet. Ons huis staat er niet op, maar wel de kruidenier/waterstoker van de Hefbrug, de poort naar het gymlokaal en de melkwinkel verder op de hoek.
De foto stamt uit 1956. Ik deed mijn ogen dicht en was weer 8 jaar oud, met een grote witte strik in mijn haar en een rood portemonneetje in mijn hand. Boodschappen doen voor mama. Even maar, toen zat ik weer in de realiteit. Toch leuk, zo’n dagdroom.

Verouderen

Bij deze foto van Henry Kissinger moest ik ineens aan mijn zwager denken. Hij leek erg op hem.
Maar mijn zwager is op 45-jarige leeftijd plotseling gestorven. Dat is inmiddels meer dan 36 jaar geleden en hij zou nu dus ook al ruim in de 80 zijn. Zou hij er dan ook zo uit zien?

Gek toch, dat mensen die gestorven zijn in je herinnering nooit meer ouder worden. Want ik herinner me hem toch nog altijd zo als hij vlak voor zijn dood was.
Ik weet dat je met de computer portretten kunt verouderen, maar wat heb ik daaraan? Ik hou me maar bij de herinnering aan hem.

Klaproos

De 11e november is niet alleen het begin van het carnavalseizoen, maar wordt in de landen om ons heen ook gevierd als Wapenstilstandsdag en worden de doden uit de Eerste Wereldoorlog herdacht.
In Groot Brittannië dragen veel mensen dan een rode klaproos in hun knoopsgat en ook de kransen die bij de monumenten worden gelegd, bestaan vaak uit (papierem) klaprozen.

Het was natuurlijk allemaal ver vóór mijn tijd, ik ben van ná de Tweede Wereldoorlog. Toch wil ik hier stilstaan bij de vele levens die in die tijd verloren zijn gegaan. Vandaar die klaproos.

Geur

Gek is dat toch, gezichten herkennen vind ik moeilijk. Soms loop ik bekenden zo maar voorbij.
Maar ruik ik een geur, dan herinner ik me meteen weer van alles. Vorige week was ik bij de schoonheids-specialiste. Ze smeerde een crèmetje op mijn gezicht en die geur….

Plots was ik weer 8 en stond ik weer in de kamer van mijn zus, met het opklapbed waarop op de ombouw allerlei potjes en flesjes stonden. Ook een potje Pond’s crème. Alsof het gisteren was…
Hebben jullie dat ook wel eens?

Rijbewijs

Mijn vader vond het helemaal niet nodig dat ik mijn rijbewijs zou gaan halen. “Je zult toch nooit een auto kunnen betalen”, was zijn mening. Maar een rijbewijs is ook gewoon handig, dus besloot ik om rijlessen te nemen. Je weet immers maar nooit.

Een held in het verkeer was ik zeker niet. Na heel veel lessen deed ik examen en daar moest ik straatje keren. Totaal in paniek bleef ik aan het stuur draaien en alleen door een ingreep van de examinator werd voorkomen dat ik mezelf rond een lantaarnpaal vouwde. Dus gezakt, helaas.

Continue reading

Korset

Het schoonheidsideaal van vroeger was een wespentaille. En om die te bereiken hesen vrouwen zich in corsetten, die met lange veters werden ingeregen. Ik zie het korset van mijn moeder nog liggen in het kleine slaapkamertje. Van oudroze katoen, met een lange rij gaatjes en lange veters…. Erg sexy zag het er niet uit. Integendeel, ik heb sindsdien een afschuw van dat soort roze.

Later kwamen de stepins, met jarretelles eraanvast. Als tiener droeg ik er  ook een. . Maar na een tijdje ging hij de vuilnisbak in. Liever natuur dan zo’n onding!

Nu zie ik op de TV en in allerlei reclameblaadjes weer zulk soort dingen opdagen. De fabrikanten verzinnen er mooie namen voor, maar het blijft toch een benauwend, ingebakerd te zijn.

Maar alleen voor vrouwen. Waarom? Er zijn toch ook zat mannen die hun (bier)buikje zouden kunnen verhullen met zo’n elastieken koker.

Boeken

Bij De Slegte zag ik vorige week bij de tweedehands boeken Dr. Doolittle staan. Meteen was ik weer kind, thuis op de grond naast de kachel. Helemaal verdiept in het verhaal van de man die praten kon met dieren.

Ik vond lezen heerlijk. Eerst huurde ik boeken uit het kleine bibliotheek-winkeltje tegenover ons. Elke week één deel. Dat leverde de eigenaar de bijnaam “Perdeel” op. Er was een serie over een Engels kostschoolmeisje, maar haar naam is me ontschoten. Toen Joop ter Heul, de boeken van Top Naeff, die zo triestig konden zijn. En niet te vergeten de boeken die mijn zus nog had, zoals “Stans van de vijfjarige”. Later in een opruimbui verkocht, jammer!

Maar al gauw was me dat niet genoeg en kreeg ik een abonnement op de Gemeentelijke Jeugdbieb.

Daar ontdekte ik de boeken van Jean Plaidy, over historische figuren zoals Catharina de Medici, Isabella van Castilië en Hendrik VIII. Urenlang kon ik me verliezen in de geschiedenis. Ook las ik graag biografieën over schilders en zo.

Inmiddels kan ik me een leven zonder boeken niet meer voorstellen. Op vakantie gaan er altijd een paar mee. Nu vooral detectives, maar ook nog steeds historische romans. Zoals de boeken van Tracy Chevalier. En boeken over het leven in China of Japan. Er is genoeg te vinden, dus vervelen hoef ik me niet.

Waterstoker (2)

Dat de waterstoker zo onbekend was, heeft me verbaasd. Was dat alleen iets van de grote stad, of zelfs specifiek Rotterdams? Geen idee.

Maar die waterstoker (althans die bij ons in de straat) had op mij nog  een bijzondere aantrekkingskracht. Er was daar een snoeptafel. Een kleine vitrine, met daarin potten waarin allerlei lekkers zat, zoals spekkies, duimdrop, zuurballen. Alles te koop per stuk. Ik neem aan voor een stuiver, maar misschien ook wel voor een cent.

Naast al dat snoep lagen er ook ‘”verrassings-zakjes”. Witte zakjes, met een groot rood vraagteken erop. Daarin zat meestal wat snoep en een aardigheidje, een plastic beestje, een potlood of zoiets.

Op een dag zag ik dat er een heel bijzonder zakje lag. Niet plat, maar goed gevuld. Wat zou er in zitten?  Mijn fantasie sloeg op hol. Het zou vast iets heeeeel moois zijn. Helaas, ik had niet genoeg geld om het zakje te kopen, want dat kostte meer dan een zuurbal of zoiets. Dus bedelde ik bij mijn moeder.  Tevergeefs. Bij mijn vader hoefde ik het niet te proberen, dat was al op voorhand beslist. Nee! Dus probeerde ik het bij mijn zus. Die was een flink stuk ouder en werkte en had had geld zat, dacht ik. Ik kon een aardig potje breken bij haar en ja, dat kwartje had ik niet al te lang daarna binnen. Het brandde in mijn jaszak.

De volgende dag ging ik naar de winkel. Het zakje lag er nog. Nog even dreigde de mevrouw achter de toonbank mijn verzoek om dát, dat dikke zakje, niet te horen. Maar uiteindelijk hield ik het dan toch in mijn handen.

Thuis bleek de aankoop een grote teleurstelling. Geen snoep, geen fraaie…., ja wat had ik me voorgesteld? Nee, een grauwe grijsgroene soldatentas zat er in. Ik vond het niks en moeder en zus bestempelden het onmiddellijk als “Uhh, wat een vies ding”. En met een grote zwaai belandde hij meteen in de vuilnisbak.