In het kader van de hartrevalidatie bezochten Leo en ik een voorlichtingsbijeenkomst over voeding. Eigenlijk hadden we al een beetje verwacht wat we te horen zouden krijgen. Toch was ik teleurgesteld. Want dat je matig moet eten, dierlijk vet moet vermijden, dat verzadigde vetzuren verkeerd zijn en dat overgewicht risico oplevert, dat is wisten we al.
De diëtiste was heel vriendelijk en gaf een keurige presentatie. Maar ik miste een verwijzing naar de voedingsmiddelenindustrie. Zoals we allemaal inmiddels weten, komt het beste eten NIET uit die hoek, ook al maken ze nog zo veel reclame. Maar helaas, geen enkel pleidooi om vooral zelf je maaltijden te bereiden, zodat je zelf kunt bepalen hoe vet, zoet of zout je eten wordt. Geen opmerking dat je de pakjes en zakjes van de grote fabrikanten kunt laten liggen. Ik had graag alternatieven en tips gehoord wat er wél mogelijk is, in plaats van te blijven hameren op wat je eigenlijk maar moet laten staan. Daarbij komt dat ik een beetje allergisch ben voor termen als “sluipmoordenaar” en “kankerverwekkend”.
Uiteraard kwam ook het drinken van een glaasje wijn aan bod. Nou ja, dat is misschien wel niet zo slecht, maar alcohol is wel kankerverwekkend. Elk weldenkend mens begrijpt toch dat je niet 7 dagen van de week stomdronken je bed moet inrollen. Maar zou dat glaasje wijn bij het eten nou echt zo slecht zijn? En hoe liggen dan de sterftecijfers in de ons omringende landen?
Misschien had ik wel verkeerde verwachtingen van de bijeenkomst. Ik wil mijn eetgewoonten best aanpassen, maar ik blijf overtuigd dat eten zowel lekker als gezond kan zijn. En dat je ook nog plezierig moet blijven leven.