Deze weken kijk ik terug op wat mij vorig jaar rond deze tijd is overkomen.
Mijn genezing verliep zeer voorspoedig en omdat er geen kostgangers in het ziekenhuis gehouden worden, mocht ik op vrijdag 29 januari 2016 al weer naar huis. Precies twee weken nadat ik opgenomen werd.
Wat was ik blij! Ik dacht meteen weer sterk te zijn, maas dat was ik helemaal niet. Ik kon nog geen bloemenvaas optillen, een blokje rond was een hele toer. Dat viel me verschrikkelijk tegen. Want dan loop je tegen muren op. De was in en uit de machine doen, in de droogtrommel stoppen, strijken, ik mocht en kon het allemaal nog niet. Wat voelde ik me beperkt. Ik wilde koken, maar moest Leo vragen de pan met pasta of aardappelen op het gas te zetten of af te gieten. Iets hoog uit de kast pakken, iets laag neer leggen, het ging de eerste weken allemaal nog niet. Leo moest me zelfs helpen met aan- en uitkleden. Maar telkens zag ik wel vooruitgang. En hield me daaraan ook vast. Kijk, gisteren kon ik dit nog niet, maar vandaag lukt het me wel, hield ik me zelf voor. En zo kwamen we telkens weer een stapje verder.
De eerste zes weken mocht ik niet auto rijden, maar daarna stapte ik toch weer gewoon achter het stuur. In het begin wandelde ik met Leo maar kleine stukjes, die allengs langer werden. De eerste keer alleen was best een beetje griezelig. Maar wat voelde ik me goed toen helemaal alleen een stuk was gaan lopen. Dat had ik hem toch maar geflikt.
Wat later sloot ik me aan bij een wandelclub. Tijdens een van die wandelingen liepen we naar het Hooge Bergse bos. Daar ligt al een aantal jaren een skiheuvel. En voor ik er erg in had, stond ik daar in eens boven op. Zonder dat ik ook maar gevoeld had dat ik naar boven klom. Pas op dat moment realiseerde ik me, dat die operatie me heel veel goed had gedaan.
Inmiddels weet ik dat ik weer gewoon de dingen kan doen, die passen bij mijn leefstijl. Ik hoef niet te rennen, aan extreme sporten te doen. Maar ik gym, loop veel meer dan vroeger en voel me weer helemaal prima. Echt prima!
Natuurlijk moet ik medicijnen slikken, maar veel minder dan ik in het ziekenhuis kreeg voorgeschreven. Het is een routine, elke morgen meteen na het opstaan pilletjes nemen. En ’s avonds gaat om 10 uur mijn telefoon, om me te herinneren aan dat laatste tabletje.
(wordt vervolgd)