Ik ben opgevoed met reinheid hoog in het huishoudvaandel. Bij mijn moeder thuis moest alles blinkend schoon. Zelf boende ik ietsje minder rigoureus. Maar wel kreeg alles regelmatig een schoonmaakbeurt.
|
Het was dan ook even wennen toen oudste ging studeren. Helemaal in Groningen, dus hij moest op kamers. Gelukkig vonden we snel een kamer in een studentenflat. Toen we er een kijkje gingen nemen, werden we begroet door een man, die riep: “Niet schrikken, ze hadden gisteren een feessie!” Al in de hal sloeg ons de lucht van te lang openstaande vuilnisbakken toe. |
In de gemeenschappelijke keuken moest ik even slikken. Een lang aanrecht waar overal vuile pannen, borden en glazen stonden. Vier grote kookplaten, die aangekoekt en vettig waren. Twee koelkasten, in de één diverse bakjes met schimmige inhoud. Iets roods, dat lang geleden waarschijnlijk Foe yong hai was geweest, wat ondefinieerbaar groen met een wollig laagje. In de andere koelkast een behoorlijke voorraad bier, met krat en al. Moest ons kind hier wonen en leven? Jazeker, en hij heeft het er ruim vier jaar uitgehouden. Over de hygiënische staat daar heb ik maar niet lang getobd, dat moest ik loslaten. Maar weet je wat nou zo gek was? Hij was nooit ziek. Blijkbaar zorgden al die bacteriën daar in huis voor een weerstand van je welste.
Ik vertel dit verhaal, omdat ik laatst las (klik) dat kinderen minder ziek waren in gezinnen waar de afwas met de hand werd gedaan in plaats van met een vaatwasser. Minder schoon misschien, maar dat zorgt wel voor meer weerstand!
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...