Lekker

Dit is een typisch Rotterdams plaatje! Een beetje sombere dag, op het Binnenwegplein.
Mensen op bankjes, met in hun hand een grote zak met echte Rotterdamse patat. Van Bram Ladage, die een grote friettent heeft op het plein. Met een enorm blik cola als aandachtspunt. Je kunt hem bijna niet missen. En er omheen dus altijd een heleboel mensen, een beetje gebogen over hun friet. “Ladage bocheltjes” noemen we dat thuis. Maar dat weten deze mensen natuurlijk niet 😉 😉 😉
Hier geen chique terrassen, geen dure glazen wijn of luxe bier. Gewoon, op z’n Rotterdams. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. 😉 😉 😉

Sprookjes

Ach, het leven is geen sprookje. Niet dat ik iets te klagen heb, want alleen maar rozengeur en maneschijn zal toch gauw vervelen. Maar sprookjes lezen wel fijn. Eerst kommer en kwel en dan een happy end. Al wilde ik altijd graag meteen door naar dat happy end. Enge reuzen en bloeddorstige dieren zijn niet mijn ding. Geef mij maar vrolijke feesten en lachende prinsen en prinsessen. En wat doe je daar? Juist, een hapje eten en een glaasje drinken. En hoe toepasselijk is dan dit: Rottkäppchen wijn en kaas. Proost 😉 😉 😉

   

Zie je ook wel eens zoiets sprookjesachtig? Doe dan mee met Stuureenfoto, want deze week is het thema Sprookjes

Kleurtje

In deze tijd van superfoods verwacht je toch niet dat een fabrikant op de markt komt met iets dat eigenlijk alleen een kleurtje aan je water geeft.
Op TV had ik al een reclamevoorbij zien komen, maar vorige week zag ik de flesjes in het echt. Niet te geloven, een miniflesje (inhoud 48 ml) voor Eur. 2,99. Een flesje dat zo klein is, dat je het overal kunt meenemen. Jaja, op je surfplank zeker? Om ook daar je watertje een kleurtje en een beetje smaak te geven. En de prijs? Ik heb echt twee keer moeten kijken. Bijna 63 euro voor een liter, omgerekend. Daar heb je ook een heerlijke whisky voor, of een mooie cognac. Okay, dat is wel een andere categorie 😉 

 

Bentobox

Telkens als ik een Japanse bentobox zie, vind ik het weer jammer dat ik geen lunchtrommeltje meer hoef mee te nemen. Want wat lijkt het me heerlijk om zo’n mooi doosje open te maken en er dan zo’n vrolijk opgemaakte lunch in te vinden.

In Japan kun je die overal kopen en dat deden we dan ook vaak. Bij mooi weer in het park zitten met een doos vol heerlijkheden op schoot. Miniflesje sojasaus er uit halen, sprenkelen over de diverse hapjes en voorzichtig met je stokjes eruit halen. Dat is iets heel anders dan een broodje bij de snackbar halen.

Maar vooral kinderen moeten dat heerlijk vinden. Want voor hen maken Japanse moeders het extra mooi. En zeg nou zelf, dit is toch een plaatje waar je blij van wordt!  

 

Armoede

Deze week in het nieuws: Kinderen zonder ontbijt op school. Armoede in Nederland. Ik lees het  en meteen moet ik terugdenken aan mijn schooltijd.

Thuis was het geen vetpot. Ik ben van 1948, geboren in een tijd dat er nog maar weinig was en bijna heel Nederland met moeite de eindjes aan elkaar knoopte. In 1955 kreeg mijn vader een hartinfarct. Zes lange weken moest hij thuis op bed liggen. Er was wel ziekengeld, maar waarschijnlijk was dat niet voldoende. Toch heb ik nooit armoede gevoeld. En ik ben zeker nooit zonder eten naar school gestuurd.

Integendeel, eten moest en zou ik. Daar werd je groot van! Ook tussen de middag was er altijd een boterham met kaas of “bussenworst”, een kopje soep of een pannenkoek voor me. En alleen op zaterdag werd er bij ons thuis niet warm gegeten. We hadden niet elke dag vlees en als het er was, waren het zeker geen grote hoeveelheden. Hoe mijn moeder moest sjacheren om rond te komen, bleek maar al te vaak. Dan werd ik met een paar lege melkflessen naar de kruidenier gestuurd. Het statiegeld was dan net voldoende om bij de bakker brood te kopen. Restjes werden niet onverschillig in de vuilnisbak gekieperd, maar opgewarmd. De kapjes van het brood, waar ik nuffig mijn neus voor ophaalde, at mijn moeder op. Korstjes zijn ook brood!

Mijn moeder liep jarenlang in dezelfde rode jas. Dat afdankertje van mijn zus was vele modes achter, maar kon er nog best mee door. Het geld dat ze hiermee bespaarde, werd besteed aan kleren voor mij. Te groot gekocht, zodat ze langer draagbaar waren. Later voorzien van een strookje, want zo ging het nog wel een paar maanden langer mee.

Ik had één grote wens: rolschaatsen. En uiteindelijk kreeg ik die ook. Al moest ik lang wachten, want ze werden gespaard op de bonnetjes van de margarine. En toen ik dacht dat we nu toch wel genoeg bonnetjes geplakt hadden, ontdekte mijn moeder dat je daarvoor ook handdoeken en lakens kon krijgen. “Kind, die hebben we echt nodig, dus die rolschaatsen moeten nog maar even wachten.” Wel smeerde ze de margarine nog maar eens extra dik op mijn boterham, dan spaarden we iets sneller. 🙂 🙂 🙂

Had ik een slechte jeugd? Welnee, ik leerde daardoor dat prioriteiten gesteld moesten worden. Een levensles die later heel wat meer waard was, dan rolschaatsen ooit kunnen kosten.

Reclame

Bron: Pinterest

Uit welk jaar deze reclame is, weet ik niet. Maar vast al van een hele tijd geleden, zo te zien aan moeder en kind. En aan de aard van de advertentie. Want dat cola gezond is voor je baby, dat lijkt me toch nogal stug. Maar ja, eens was Coca-cola een soort van wondermiddel. En je kon er dus niet vroeg genoeg mee beginnen. 

Tijden veranderen. Hoe kijken we over 100 jaar naar de advertenties van ons hedendaagse “superfood”? Want dan pas weten we wat voor effect dat heeft gehad.

 

Maak er iets van

Dit zie je zo snel niet op een Nederlandse markt. Wij zijn meer van het netjes stapelen, zonder franje en poespas. Maar in Italië maakt de koopman van zijn waren soms een klein kunstwerkje. Zoals hier, in Rome. Je zou zo’n boeketje toch zo voor Valentijn kunnen geven. Nou ja, als je geliefde van lekker eten en koken houdt. Maar bij wijze van spreken dan…;-)

Ticketrestaurant

Ik geloof niet dat wij het kennen: ticketrestaurants. In Japan zie je ze vaak. In het begin wisten we niet hoe het daar werkte en dachten we dat er een sigarettenautomaat bij de ingang stond. Maar niets is minder waar. Je kiest bij die automaat een maaltijd uit en betaalt. Met munten of met bankbiljetten. Het hoeft niet gepast, je krijgt wisselgeld automatisch terug. En je tickets natuurlijk. Die geef je aan de bediende, die je naar je tafeltje brengt. Meestal zet hij of zij meteen een glas met water of thee neer. En na een tijdje wordt je maaltijd gebracht. Natuurlijk met een kom rijst.Heb je daaraan niet genoeg, dan staat er een grote pan rijst in een hoek. En daaruit kun je zoveel nemen als je wilt. En als je glas leeg is, kun je het bijschenken uit de kan die onder handbereik staat. Sojasaus en ingelegde gember, kruiderij staan op tafel en kun je naar smaak toevoegen.

   

Als je het eenmaal weet, werkt het uitstekend. Alleen dachten wij de eerste keer dat we alleen één schotel kregen, geen maaltijd. En bestelden we drie keer. Dat was een beetje gênant, maar ja… kwestie van flink dooreten …

Lekker?

Dit is Kappabashi Dori in Tokio, een winkelstraat zoals er zo vele zijn in deze stad. Maar hier verkoopt men vooral alles op het gebied van eten en koken. Messen, schalen, eetstokjes in soorten en maten, schaafjes voor de wasabi, kommetjes voor de sojasaus.

En natuurlijk eten. Maar vergis je niet, lekker is dit niet. Het ziet er allemaal heerlijk uit, maar is gemaakt van plastic. Deze schotels vind je in allerlei restaurant-etalages. Zo kan je zien wat er te krijgen is en dat is wel zo handig voor ons als we een Japanse menukaart voor onze neus krijgen.

 

Koelkast

Ik denk dat er nog maar weinig huishoudens in Nederland zullen zijn zonder een koelkast (of twee) in de keuken. Toch kan ik me nog wel de tijd herinneren dat bij ons thuis zo’n apparaat ontbrak. Wij hadden een piepklein keukentje, waarin met geen mogelijkheid een koelkast paste. Pas in 1969, nadat het huis door de Woningstichting Rotterdam was verbouwd, hadden we plaats voor zo’n ding. Tot dan toe haalde mijn moeder mondjesmaat bederfelijke waar.

bron: Het geheugen van Nederland

We hadden een vliegenkastje op het balkon en worst en kaas werd per ons gehaald. Bij de kruidenier, schuin tegenover ons huis.En hoewel ons huishouden niet zo geautomatiseerd was als nu, had mijn moeder daar toch tijd voor. Er was zelf s nog wel even gelegenheid om een praatje te maken.

Maar nu zou ik toch echt niet meer buiten de koelkast kunnen. Hij staat vol met potjes, flesjes, schaaltjes. We vinden nu ook dat spullen meestal gekoeld bewaard moet worden en dus zetten we er van alles te pas en te onpas in. En voor een onsje kaas of worst even naar de winkel lopen, dat doen we niet meer. Daar hebben we het te druk voor….. zeggen we.