Herinnering

Ik zag deze foto op internet, ik weet niet meer waar. Maar onmiddellijk was ik terug in de tijd. Lang, lang, heel lang geleden, de tijd dat ik bij mijn oma in het kleine keukentje stond.

Bron: Google foto’s / Facebook / Instagram ??

We kwamen er niet zo vaak op bezoek. Maar als we er dan waren, wilde ik altijd meteen weer kijken naar dat mooie rek, met die fraai versierde potten.

Ik was veel te klein om er bij te kunnen, maar soms wilde iemand me wel optillen of liet oma me zien wat er in zat. En dan geurde de keuken ineens naar… ja waar naar?

Naar laurier, kaneel, nootmuskaat. En misschien ook wel naar gember of kurkuma. De enige zus van mijn vader, tante Truus, was in Indië geweest en had het nodige meegenomen. Bij haar rook het ook altijd anders dan bij ons thuis, maar wel heel lekker, vond ik.

Die kruidenrekken zijn al weer lang uit de mode. En allerlei exotische kruiden kunnen we nu te kust en te keur kopen in de supermarkt of toko. Maar dat voelt toch net een tikkie anders dan toen…

Lust ik dat…

Het moet een hele toer zijn voor de redactie van Allerhande om telkens weer een ander en vooral een visueel aantrekkelijk recept te verzinnen.

Dit keer hebben ze zichzelf overtroffen, vind ik. Want wie zal deze schaal met verse groenten en een leuk leeuwensmoeltje kunnen weerstaan? Oranje leeuwenfans toch zeker niet?

Moeders met lastig etende kinderen krijgen volgens mij hun kroost zo wel aan de rauwe paprika, tomaten, radijsjes en komkommer. Een kwartiertje flink snijden, grote schotel en een beetje fantasie.

Ik vind het een schaal om van te smullen, ook al ben ik niet zo’n voetbal fanaat.

Patatje

Er zijn jeugdherinneringen die met de regelmaat van de klok terugkomen. Leo en ik kunnen daar vaak over praten. Hoe we als kind dit, of dat, altijd als en nooit, want….

Maar zo’n herinnering dan ook beschrijven is vaak wat moeilijker. Maar soms ontdek je op internet een foto en dan wordt het meteen een stuk simpeler om het verhaal vorm te geven.

Bron: Facebook

Dit is een foto van een piepklein patatzaakje dat vroeger in de Da Costastraat was. Op weg naar oom Cor kwamen we er langs. Het was maar een kwartiertje lopen van ons huis en al op de heenweg verlangde ik hevig naar zo’n gezellig warm zakje patat. En ik wist dus dat ik daarom zou vragen als we terugliepen.

Eigenlijk wist ik al zeker dat ik nul op het rekest zou krijgen. Maar soms… dan gingen mijn ouders overstag. Het leek me het toppunt van heerlijkheid om zo’n zakje dan lopend leeg te eten. Maar dat kon ik echt vergeten. Eten op straat vonden mijn ouders niet netjes.

Dus werd de patat keurig verpakt in vetvrij papier. En kon ik het thuis, netjes aan tafel en uitgespreid op een bordje, opeten. Gek hè, maar de lol was er dan al bijna helemaal af. De patat was koud en smaakte me absoluut niet meer zo lekker.

Tegenwoordig is eten op straat al lang niet meer “not done”. Maar nu is de zak me te groot en dus… zelden dat ik een patatje op straat eet.

Recept van de maand

Via Marthy van Heen en terug naar de Ardèche kwam ik op deze site van Elisabeth. Zij startte een nieuwe rubriek op haar ook al nieuwe vervolgblog en vroeg om dagelijkse recepten. Want koken moeten we toch regelmatig en dan zijn recepten nooit weg.

Dit maakte ik deze zomer, maar vergat er een foto van te maken. Dus moet een oude foto van Google maar helpen 😉

Bron: Google foto’s

FLAMMKÜCHEN MET CHAMPIGNONS
1 rol flammküchen deeg
250 gram kastanjechampignons in plakjes
1 rode ui, in (halve) ringen
1 rolletje geitenkaas
1/8 ltr. Crème fraiche
1 teen knoflook, geperst
1 kleine eetlepel vloeibare honing
Peper en zout naar smaak

Leg het deeg met papier en al op een bakplaat.
Meng de knoflook door de crème fraiche en verdeel niet te dik over het deeg.
Verdeel dan de champignonplakjes en uienringen regelmatig over de deegplak.
Snijd het rolletje geitenkaas in plakjes en verdeel dit over de flammkuchen. Peper en zout naar smaak hierover strooien.
Sprenkel ook zuinigjes wat honing. (Ik gebruikte hiervoor zo’n buisje wat je krijgt bij (munt)thee)
Bak af in een voorverwarmde oven (200 graden Celsius). Na ongeveer 15 minuten is de flammküchen goudbruin en serveer klaar.

Als alternatief kun je ook pizzadeeg of tortilla’s gebruiken als ondergrond.

EET SMAKELIJK!

Gouden ei

Toen ik bezig was met de voorbereiding van ons tripje naar London, dacht ik ineens weer aan de eerste keer dat ik daar was.

Dat was met mijn ouders, in 1959 of 1960. We logeerden bij vrienden van mijn vader. Zij hadden allerlei uitstapjes bedacht en ik genoot ervan. Londen was enorm, druk en in mijn ogen zeer exotisch.

Op een avond gingen we eten in The Golden Egg. We kregen spaghetti. Mijn vader vond het niks, ik daarentegen had nog nooit zoiets lekkers gegeten.

Bron: Google

In The Golden Egg kon je eten voor redelijke prijzen. Ze behoorden tot een keten zoals Wimpy en werden later overgenomen door Lyons.

Ik denk nog wel meer mensen zich deze restaurants herinneren.

Insecten

Tijdens onze reizen in Azië hebben we het gezien, maar nooit gegeten. Insecten, zoals sprinkhanen, krekels.

Nu is het mogelijk dat krekelmeel aan onze producten, zoals brood, pizza, koekjes en zo, wordt toegevoegd. Ik ben daar niet blij mee.

Wie insecten wil eten moet dat vooral doen. Maar krekelmeel toevoegen (misschien stiekem zonder dat we het weten) gaat me te ver.

Ik verwonder me ook over de nogal fletse reacties. Want krekels en sprinkhanen zijn dan wel niet aaibaar, maar toch ook dieren en schepselen van de natuur.

Maken veganisten een hoop misbaar over chocola die niet vegan is, maar stoppen ze dan wel brood met krekels in hun mond?

Op grote hoogte

Voor onze verjaardag kregen Leo en ik van onze kinderen een verrassingsdiner aangeboden op de Euromast. De datum mochten we zelf bepalen, wat we voorgeschoteld zouden krijgen was nog onbekend.

Op een avond in december namen we een taxi naar de Euromast en lieten ons verwennen. Te voren konden we aangeven wat we wel of niet lusten, wilden of mochten eten. We hadden geen beperkingen, dus kon de kok zijn gang gaan en zich uitleven.

De gerechten waren elke gang weer een plaatje en smaakten voortreffelijk. Vanaf de amuse tot en met de koffie met een digestief, het smaakte ons allemaal prima.

Maar zo’n diner is natuurlijk niet alleen het eten, ook de ambiance maakt een groot deel uit. We hadden een tafeltje aan het raam en dat bood een grandioos uitzicht op Rotterdam by night.

Karretje

Toen ik dit autootje zag staan, vroeg ik me af waarom een huismeester een wagentje nodig heeft. Zo groot zal het gebouw toch niet zijn dat hij er in kan rijden.

En erg handig lijkt me dat ook niet. Maar ik vind dit soort autootjes nou eenmaal altijd erg aantrekkelijk.

Maar het is niet een karretje van een huismeester, maar van De Huismeester, een nieuw en hip restaurantje in Rotterdam. Met allemaal kleine hapjes uit de hele wereld, voor elk wat wils.

En bij zo’n modern bedrijf hoort natuurlijk een opvallend wagentje dat opvalt. Dit werd het dus en dat vond ik wel heel grappig gevonden.

We hebben nu weer een heel nieuw jaar voor ons, dus binnenkort eens kijken of de hapjes ook zo aantrekkelijk zijn…!

Even slikken

Met verbazing keek ik naar deze reclame. Een ontbijt in een flesje…? Zoiets was er al langer, maar volgens hersenprofessor Scherder niet echt aan te bevelen. Want kauwen heeft een functie. En even rustig ontbijten is ook veel beter dan haastig een drankje naar binnen gooien.

Maar de meeste verbazing betrof de nutriscore. Een A-score. Alsof er niks beters en kant en klaar puur natuur te koop is. Een peperduur flesje, met daarin melk, vezels, een smaakje maar geen suiker? En lang en zonder koeling (!) houdbaar.

Waarom zou je dat tot je nemen? En waarom hebben al die jonge mensen toch zo’n haast? Kun je nou niet even ’s avonds een schaaltje havermout (oh nee, dat heet nu overnight oats) of een boterhammetje klaarmaken en dan ’s morgens even 3 minuten zitten en eten?

Nee, dit dus. Om onderweg op te slurpen, in je eentje. Een plastic flesje met een drankje. Wie heeft het nog over een afvalprobleem?

Welkom in de nieuwe wereld, zonder boeren en koeien, maar met zulke idioterie. Hoogstwaarschijnlijk bedacht in een oh zo wetenschappelijke Foodhub.

Bah, mag ik een teiltje

Dat hoort erbij

Wanneer wij op de Veluwe zijn, dan is wil ik beslist één keer een pannenkoek eten.

Waarom dat zo verbonden is met Veluwe zal wel liggen aan mijn kinderherinneringen. Regelmatig ging ik met mijn ouders naar Ede, waar een oom en tante woonden. En die trakteerden altijd op een keertje pannenkoeken eten.

En zo is voor mij de Veluwe onlosmakelijk verbonden met zo’n flinke pannenkoek.

Ik weet dat het restaurant waar we waren een hele lijst met allerlei soorten beleg had. Maar ik wil meestal gewoon een standaard exemplaar. Dit keer met spek, dat dan wel… en met stroop.

En dan ben ik wel weer klaar met deze lekkernij. Thuis zal ik ze niet zo gauw bakken. Maar zo eens per jaar, ja dan kan ik er echt van genieten. Zeker als we zo lekker in het zonnetje op het terras kunnen eten.