Dat het er was, wist ik al een tijdje. Maar er naar toe gaan, dat kwam er maar niet van.
Tot vorige week. Toen reden Leo en ik naar het westen van Rotterdam, naar het Essenburgpark. Een stukje groen tussen een woonwijk en de spoorbaan. Lang lag het braak en werd het verwaarloosd.
Tot een aantal vrijwilligers de koppen bij elkaar stak en het omtoverde tot een mooi stukje “wilde” natuur. Natuurlijk hoor je regelmatig een trein voorbij denderen. Maar ook fluiten er allerlei vogels, lopen leuke paadjes tussen de bomen door. Er zit een kleine klim in, want je kunt naar de (afgeschermde) spoorbaan toe.
Honden mogen mee. Maar de hondenpoep moet worden opgeruimd en daar staan van de oude vuilnisbakken voor, kriskras door het park.
Het is een oase in de drukke stad en een plek om zeker vaker naar toe te gaan.