We zaten vorige week al vroeg, om half zeven, in de metro, op weg naar het CS.
Alhoewel ik het best spannend vond, zo’n rit onder de zee door, was ik niet zenuwachtig. Het viel dan ook alleszins mee. Je gaat al door zoveel tunnels, dat die lange niet eens meer opvalt.
En dan kom je aan op St. Pancras in Londen. Een heel andere sfeer dan in Rotterdam. Internationaler, drukker, kleuriger….
We namen eerst koffie en een broodje. Aan een piepklein tafeltje gezeten keken we naar de “hustle and bustle” van de internationale reizigers. Sommige verveeld, anderen gestresst.
Mannen in strakke pakken, korte broeken, op slippers of in hippe sneakers. Vrouwen in kleurige sari’s, anderen compleet in het zwart gesluierd, met slechts de ogen vrij. Nooit alleen op pad, altijd een man er naast.
Voor de balans ook veel jong en niet jonge meisjes in weinig meer dan wat voor de goede orde bedekt moet worden. Soms met een betoverend figuurtje en geschikt om zo de catwalk op te gaan. Maar vaak ook met veel vertoon van vlees dat beter verhuld had kunnen worden.
We namen dan ook even de tijd dat allemaal aan te kijken, maar gingen tenslotte toch op zoek naar een nieuwe Oystercard voor het openbaar vervoer. Die oude kaarten hebben we niet terug gevonden.
En dan de Tube in. Met zijn speciale geurtjes, de geluiden en nog steeds de waarschuwing “mind the gap”. Op weg naar het hotel….
Dat was keurig geregeld. De kamer was al beschikbaar, dus we konden even op verhaal komen.