Taal

Meestal zijn de placemats in restaurants niet zo interessant, maar in Zuid Laren kreeg ik dit voorgelegd. Een placemat (hier maar een deel ervan) met allerlei Drentse uitdrukkingen. En niet onbelangrijk, met de juiste vertalingen erbij.

Want de betekenis van “eerpel” of “knien” is niet zo moeilijk te achterhalen, maar wat mag nou in hemelsnaam een “mieghummel” wezen? Wat bedoelt men met “harregat” of “slief”? En wat moet je meenemen als je gevraagd wordt om te gaan “scheuvellopen”?

Ik hield de placemat gelukkig netjes en schoon, zodat ik hem kon opvouwen en mee naar huis nemen. Oudste is van kinds af aan al zeer geïnteresseerd in taal en dialecten. Dus ligt het blad hier voor hem klaar.

We hoorden overigens in Drenthe nog maar weinig dialect en dat is toch wel jammer. Want zo’n eigen taal behoort tot onze cultuur. Goed dus dat ze er in Drenthe en in het Huus van de toal de aandacht op vestigen.

Oh ja, “eerpel” is natuurlijk aardappel en “knien” is een konijn. Een “mieghummel” is een mier, “harregat” betekent jakkes bah en een “slief” is een opscheplepel. En word je gevraagd te gaan “scheuvellopen”, dan ga je schaatsen.

Ech Rotterdams

Het is niet bepaald een mooi taaltje, dat Rotterdams dialect. Rotterdammers laten nog al eens een lettertje weg, het knauwt een beetje en het zingt. En hoe netjes ik ook probeer te praten, je schijnt het altijd aan mij te kunnen horen. Nou ja, geen wonder want als kind kon ik een prima vertolking van “Alie Cyaankali” laten zien. Al snapte ik geen jota van de tekst, het kwam wel met Rotterdamse tongval over het voetlicht.

Gisteren liepen we op de Kruiskade, waar ik deze sticker op een deur geplakt zag. En die wilde ik jullie toch echt even laten zien:

mei-blog-20