Een boek over de Holland-Amerika Lijn, dat wilde ik wel lezen. Geen roman, geen reisverslag, maar het leven van een man in goede doen. Hij is zoon van de oprichter van de Holland-Amerika Lijn, behoort tot de gegoede burgerij van Rotterdam.
Hij reist van in luxe hutten van Europa naar Amerika, woont in New York, maar ook in Wenen, Bremen en Parijs. Zijn thuis is toch Rotterdam, waar zijn vrouw Atie en zijn kinderen op hem wachten.
Zijn leven staat in schril contrast met de levens van de miljoenen landverhuizers, die ook aan boord van de grote oceaanstomers gaan. Op weg naar een onzekere toekomst, weg van de honger en ontberingen in Oost Europa en vaak niet erg welkom in de Verenigde Staten. Zij reizen niet in een luxe hut, maar in grote ruimen. Waar de bedden boven elkaar gestapeld zijn en geen contact mag worden gelegd met de mensen van de eerste en tweede klas.
Als directeur van de HAL maakt Reuchlin de maidentrip met de Titanic mee. Helaas behoort hij niet tot de overlevenden.
Ik vond het niet een gemakkelijk boek om te lezen. Er komen veel personages in voor en het is lastig een goed tijdsbeeld te krijgen. Voor mij hadden de gedeelten over de landverhuizers nog wel uitgediept mogen worden.
Maar als geheel heeft het boek me wel geboeid. Te meer daar er erg veel over Rotterdam te lezen valt. Al is veel daarvan in de loop van de tijd en de oorlog verloren gegaan.