Dit is mijn (voorlopig) laatste terugblik op wat mij vorig jaar rond deze tijd is overkomen.
Als je in het ziekenhuis ligt, draait alles om je leven daar. Wat er thuis afspeelt, is ver buiten je zicht. Maar er gebeurt natuurlijk wel van alles. Niet alleen jouw leven, maar ook dat van je man en kinderen staat op z’n kop. Ook zij zitten in die achtbaan en moeten wel mee.
En de gewoonste dingen worden ineens veel belangrijker. Thuis draai ik echt niet elke dag een wasje, maar nu wilde ik toch echt elke dag een schoon nachthemd en schoon goed. Dus moest er gewassen worden en kreeg Leo in een spoedcursus van jongste zoon uitgelegd hoe die wasmachine en droger bediend moesten worden.
Ik begreep heus wel dat Leo z’n hoofd niet naar praktische zaken stond. Maar zorgde hij ook een beetje voor zichzelf, zou hij wel genoeg eten? Gelukkig waren daar oudste zoon en schoondochter die meteen al op de stoep stonden met een grote schaal stamppot. Ook later zorgden zij er voor dat papa alleen maar een schaal eten in de magnetron hoefde schuiven. Dat was een hele geruststelling voor mij. Later kwam ook onze jongste thuis een paar keer voor ons koken, zodat niet alles op Leo aankwam.
En dan belden er veel mensen die wilden weten hoe het met me ging. Daar bracht een What’s app groep uitkomst, zodat Leo niet telkens opnieuw alles vertellen hoefde.
En nu is alles allang weer gewoon bij het oude. Ik doe het huishouden weer, wandel veel en we gaan er ook weer regelmatig samen op uit. Uiteindelijk is alles dus op zijn pootjes terecht gekomen.