Wat wordt daar gemalen?

Molen bij Woudsend (foto uit mijn archief)

Het is helemaal hip en “in” om zelf brood te bakken. En dat niet alleen, het is ook leuk. Soms een beetje tijdrovend, maar wel erg bevredigend. Je weet wat er in zit en meestal is dat niet meer dan water, meel, zuurdesem (maar je kunt ook gist gebruiken) en wat zout.

Als je eenmaal een zuurdesem aan de praat hebt, blijft die met minimale zorg leven in de koelkast. En wil je brood gaan bakken, dan pep je het ook weer snel op. In mijn koelkast staan inmiddels twee soorten, van volkoren meel en van gewone bloem.

Maar er is ook meel nodig. Dat kun je natuurlijk in de supermarkt kopen, maar ik haal mijn broodmeel liever bij de molen, Molen Windlust in Nieuwerkerk aan de IJssel. De winkel bij de molen wordt gerund door mensen met een beperking. Zij runnen ook een klein restaurantje, waar je -op doordeweekse dagen- na de inkopen lekker even kunt bijkomen met een kopje koffie en iets lekkers.

Er zijn nog redelijk wat molens in Nederland en bij vele kun je meel en andere producten kopen. Op deze website kun je adressen van molens in jouw buurt vinden.

Bakken

Brood bakken schijnt ineens heel populair te zijn. Ik vind het ook altijd een hele belevenis om van die paar ingrediënten iets te maken. Want in principe heb je alleen meel, water, zout en gist nodig.

Tijd en kracht zijn ook noodzakelijk. Tijd om alles te laten rijzen en kracht om te kneden, want dat is een stevig karwei. Maar daar heb ik nu dus een apparaat voor.

Op internet heb ik al heel wat receptenfilmpje gezien, er staan nog wat kookboeken in mijn kast, dus ik zou meteen aan de slag kunnen.

En als klap op de vuurpijl kreeg ik vorige week deze Broodbijbel. Niet alleen vol met recepten, maar ook met theoretische feiten en technische weetjes. Dat wordt nog een paar uurtjes studeren.