Vroeger kon je lachen….

Nou ja, da’s een beetje overdreven. Ik lach nog heel vaak, je moet alleen overal wel de humor er van inzien.

Maar het is ook de titel van een boek van Simon Carmiggelt. Eén van de vele die hier in de boekenkast achter me staan. Kleine korte stukjes, die dagelijks in de krant verschenen en en die wij gretig lazen. Nog steeds vind ik ze zeer to the point en lezenswaardig.
Dit is de man die ze schreef:

Gadget

In dit apparaat heb ik weinig vertrouwen. Wat het is? Een boekenlegger, maar met batterij zodat er een elektronisch vertaalapparaatje van gemaakt kan worden.
Nou als die vertalingen net zo “handig” (en nauwkeurig) zijn als de vertaalapp van Google dan hoef ik hem niet.
Het leek me trouwens nogal onhandig in mijn boek. Ik weet al hoe dat gaat. Boek lezen, maar apparaat steeds zoek. Dus gewone boekenlegger (meestal het bonnetje van het boek) ertussen en zoeken. Op de bank, onder de bank, naast de stoel. Ach nee, laat maar.
Als ik in een anderstalig boek lees, sta ik wel even op om in de kast naar het woordenboek te zoeken. Of ik lees gewoon door in de hoop dat de betekenis me later vanzelf duidelijk wordt. Maar vaak lees ik gewoon de vertaling van het boek, want dat is toch het allergemakkelijkst….. 😉
 

Boeken

Het derde deel van de trilogie van Jenny Glanfield heb ik ook uit. En weer kon ik het boek bijna niet wegleggen. Misschien kwam dat ook wel doordat hierin de meest recente geschiedenis wordt beschreven, Berlijn in de periode van 1945 tot en met de val van de Muur in 1989.

We brachten in de jaren 80 nogal eens onze vakanties in de buurt van het IJzeren Gordijn door.  ‘s-Winters waren wij in Weissenborn, ‘s-zomers gingen we naar Beieren. En omdat die vreemde grens grote indruk maakte, reden wij er nog als eens naar toe.

Maar het meeste indruk maakte toch die keer dat wij, aan de westkant van het IJzeren Gordijn, gescheiden door metershoog prikkeldraad, waarachter woedende bloedhonden liepen, een bus voorbij zagen komen. Wij zwaaiden uitbundig, maar de passagiers keken stoïcijns voor zich uit. Slechts een enkeling waagde het stiekem en tersluiks te zwaaien. Nooit heb ik onvrijheid beter gevoeld. En sindsdien waardeer ik de vrijheid hier des te meer. Toch konden wij niet echt beseffen hoe het leven daarginds zou zijn.
Een klein tipje van de sluier werd opgelicht, toen we kort nà de val van de Muur in Eschwege waren en er Ossies zagen die met open mond van verbazing de rijkdom van het westen bekeken. Toen we zelf de grens over konden, verbaasden wij ons weer over de armoe die we er aantroffen.
In “Verdeelde stad” wordt de sfeer tamelijk goed verwoord, lees je hoe onvrijheid en dictatuur, spionage en verklikkerij het leven van mensen verwoest. Maar ook hoe liefde zich niet laat dwingen door grenzen, hoe mensen gehersenspoeld kunnen worden.

Het boek eindigt met het openstellen van de Muur, een ogenblik dat nog op You Tube terug te vinden is en bij mij nog steeds kippenvel veroorzaakt:

 

De boeken van Jenny Glanfield kunnen apart gelezen worden, maar samen geven ze een mooi stuk geschiedenis weer.

 

Boeken

Boeken aanbevelen vind ik altijd een beetje moeilijk. Wat de een prachtig vindt, is voor de andere niet om te pruimen. Gelukkig lees ik ook bij anderen dat zij boeken soms helemaal niet uitlezen, want dat heb ik regelmatig.
Toch kreeg ik van Dorothé  laatst een prachtig boek op: Hotel Quadriga van Jenny Glanfield. Het vertelt de geschiedenis van een super luxe hotel in Berlijn, vanaf het  het eind van de 19e eeuw tot 1933. Met de grote verschillen tussen rijk en arm, adel en “gewoon volk” en een stad in ontwikkeling. Met de mensen die hun kansen weten te grijpen en de schlemielen die telkens naast op het verkeerde paard wedden. Natuurlijk gaat de geschiedenis door, dus ik ben benieuwd hoe het verder loopt, in de Tweede Wereldoorlog en daarna, met Berlijn als verdeelde stad.
Het belooft nog heel wat avondjes op de bank, met thee en koekjes. Want het zijn nog twee dikke pillen, die ik bij de bieb heb aangevraagd.
 

Rode sneeuw in december

Dit boek van Simone van der Vlugt zag ik liggen in de bieb. Vluchtig las ik de omslag en dacht dat het over Jacoba van Beieren ging. Maar dat is een ander boek.
Dit gaat over een vrouw ten tijde van Willem van Oranje. De tijd van de Geuzen en Leiden’s ontzet. Over oorlog, honger, en rovende en verkrachtende soldaten. Maar ook over liefde, opofferingen én de pracht en praal van die tijd.
Ik heb  het in één adem uitgelezen. Een aanrader voor iedereen die van historische romans houdt.
 

De tapijtverkoper

Laatst vond ik in de bibliotheek, eigenlijk zuiver intuitief, weer zo’n boek waar ik stil van werd.

De tapijtverkoper van Meg Mullins vertelt over een bijna onmogelijke liefde tussen twee eenzame mensen. Hij is alleen uit Iran gekomen, verkoopt tapijten en wacht op zijn vrouw. Zij is een studente, die zich onnoemelijk alleen voelt in New York.
Ze ontmoeten elkaar op het vliegveld, waar ze beiden in feite niets te zoeken hebben. Maar daar val je tussen alle vertrekkende en aankomende mensen niet zo op.
Meg Mullins beschrijft dan op prachtige wijze hoe de onmogelijke liefde tussen deze twee mensen opbloeit.

Boekenkast

Er zijn kleine boekenkasten en grote boekenkasten, mooie oude, maar ook lelijke zakelijke nieuwe boekenkasten.
Maar een grappige boekenkast, die vind je niet zo vaak. Maar deze vind ik wel heel erg leuk, al lijkt de zit me niet zo aangenaam. Nou ja, ik houd er dan ook van om lekker languit op de bank (of in bed) te lezen.
Maar voor de liefhebber:

Misschien ook wel te koop. Klik op de foto voor de link.

Stationnetje

De reis die ik naar Cornwall maakte, was eigenlijk bedoeld voor doorgewinterde Rosamunde Pilcher-fans. Irene en ik hadden wel wat van haar gelezen, maar wij wilden gewoon een mooi stukje Cornwall zien.

Toch had het wel wat om op dit stationnetje te staan, want het speelt heel vaak een rol in de verhalen van Rosamunde Pilcher.

Lekkere thriller

Als het weer tegenzit in de vakantie, kun je natuurlijk altijd nog een goed boek lezen. Maar na een week was de meegenomen voorraad uitgelezen.

Mijn kennis van de Duitse litteratuur is niet zo groot en ik wilde me ook niet al te veel verdiepen in moeilijke boeken. Maar in een boekhandel in Neubrandenburg vond ik een boek bij de ramsj, waarvan de omslag was getooid met een Japanse zwaardvechter. En dat me leek toe te schreeuwen: LEES ME.

Het bleek een schot in de roos. “Tod am Rashomon Tor” is een heerlijke thriller, spelend in het feodale Japan van de 11e eeuw. De resterende avonden werden dan ook doorgebracht met Akitada en zijn helper Tora, tot leven gewekt door Ingrid J. Parker. En dat niet alleen, we gingen nog een keer terug om ook het andere boek te kopen: “Der Prinz van Shadoshima”. Dit was zo mogelijk nog spannender en heb ik ook in één adem uitgelezen.

Helaas zijn Parker’s boeken (nog) niet in het Nederlands vertaald. Maar op haar site staan nog veel meer titels.  Binnenkort toch eens op zoek of ik er hier iets van kan vinden.

Het bleek een schot in de roos. “Tod am Rashomon Tor” is een heerlijke thriller, spelend in het feodale Japan van de 11e eeuw. De resterende avonden werden dan ook doorgebracht met Akitada en zijn helper Tora, tot leven gewekt door Irene J. Parker. En dat niet alleen, we gingen nog een keer terug om ook het andere boek te kopen: “Der Prinz van Shadoshimo”. Dit was zo mogelijk nog spannender.

Helaas zijn Parker’s boeken (nog) niet in het Nederlands vertaald. Binnenkort toch eens op zoek of ik er hier iets van kan vinden.