Op Facebook kwam ik een foto tegen van een oude aansteker. En dat is toch echt een ding uit een vervlogen tijd. Want wie rookt er tegenwoordig nog?
Ik zie mijn vader weer zitten. In zijn “Liberty” stoel, asbak en doosje Pall Mall cigarets onder handbereik. Hij had de rare gewoonte zijn sigaret maar half op te roken, uit te doen en dan later weer opnieuw op te steken. Het zal wel niet al te best zijn geweest, maar hij werd uiteindelijk toch bijna 85 jaar.
Naast die asbak lag zijn aansteker, net zo een als op de foto, maar dan zilverkleurig. Die aansteker moest regelmatig gevuld, met benzine. Dat kocht mijn moeder bij de waterstoker in onze straat. Het werd gewoon in een schone lege literfles gegoten. Etiketje er op en klaar. Stond in het keukenkastje. En ik waagde het niet daar aan te komen….!
En dan het zaterdagmiddagritueel. Fles op tafel, lucifers erbij. Want zo’n fles was natuurlijk helemaal niet geschikt om zo’n klein tankje mee te vullen. Maar daar had papa een trucje voor. Hij brak een lucifer bijna doormidden en hing die gebogen in de hals van de fles, als een soort druppelaar. Zo nu en dan viel die lucifer weleens in de fles, maar geen probleem. Lucifers genoeg toch…?
Langzaam en heel voorzichtig benzine in dat tankje druppelen. Eens controleren of er al genoeg in zat. Knip, knip, knip deed de aansteker. Ik kan het geluid nog horen.
Soms moest ook het vuursteentje vervangen worden. Ook al zulk priegelwerk. Mijn vader had eindeloos geduld. Maar dan was het toch eindelijk klaar en kon hij weer een week vooruit.