In 1997 maakten wij onze eerste grote reis, naar China. Dat land was toen al bezig aan een enorme economische groei. Meteen bij aankomst werden we overweldigd door de ongelofelijk hoogbouw, waaraan 24 uur per dag gewerkt werd.
Er reden al wel veel auto’s, maar er waren nog veel meer fietsen. Rijen fietsen bij het station, rijen fietsen bij een markt en als het spits was, zag je onafzienbare rijen fietsers op de wegen. In Beijing zag ik een bakfiets met op de bak een stoeltje, waarop oma zat als een prinses. Ze keek ons aan met een blik van “Arme witnekken, jullie moeten lopen, maar ik word gereden!”
Een fiets was toen nog een heel bezit voor de meeste Chinezen. Al zullen ze al wel gedroomd hebben van een autootje.
Nu rijden er zoveel auto’s in China dat de lucht soms niet meer te harden is. En heeft datzelfde Beijing alweer een ander probleem: waar laten we al die oude en kapotte fietsen? Ach ja, tijden veranderen…