Vakantieherinnering

Zo’n vakantieblogje brengt je weer terug in de tijd. Deze foto is van oktober 2014 in Kyoto, Japan.

Het lijkt hier sereen en rustig, maar ik zie voor mijn geestesoog weer al die toeristen rondbanjeren, bewapend met kleine, grote en nog grotere fototoestellen. Of met een tablet, want daarmee foto’s maken is ook een tijdje erg in geweest.

Ja natuurlijk, ook ik schoot foto na foto. En hoe vaak zal ikzelf in iemands blikveld hebben gestaan? En wie heeft zich aan mij geërgerd?

Maar na een tijdje vond ik het fotograferen welletjes en deed ik mijn toestel in mijn rugzakje. Ik weet niet hoe lang we daar hebben gezeten, stil en zwijgzaam. We lieten vooral de schoonheid van deze tuin en de overweldigende herfstkleuren op ons inwerken.

En nu ook hier de herfst haar kleuren rondstrooit, denk ik weer met veel plezier en een beetje heimwee aan die weken in Japan terug. Al valt er hier natuurlijk ook heel veel te genieten.

Herfst

Vorige week schreef ik over de pompoenen die je op dit moment overal ziet. Ik nam een doos met wat verschillende kleuren uit Twente mee.

In de auto had ik al bedacht waar ik ze in de tuin zou leggen. Alleen nog niet waarop, want het rek is niet geschikt voor kleinere dingen.

Gelukkig vond ik in de berging nog een stukje plank. Dat kon ik prima gebruiken. Wat kleurige herfstbladen, klimop en oh ja, tamme kastanjes. Die groeien hier in Ommoord bijna overal. Ze zijn lastig om mee te nemen, want die stekels gaan overal doorheen.

Dit is het resultaat geworden. Het lijkt een beetje op een schilderij uit de Gouden eeuw, maar voorlopig is onze entree vrolijk versierd.

Boek

James Rebanks: Boerenleven

Boerenleven van James Rebanks vond ik aanvankelijk een beetje stroef lezen. Het duurde even voor ik de draad kon oppakken. Maar daarna las ik het in één ruk uit.

Ik reserveerde het in de periode dat de boerenprotesten hevig waren. Het lijkt inmiddels weer een beetje minder fel, al zagen we in Overijssel nog overal omgekeerde vlaggen.

Het is ook te begrijpen, want veel boeren zitten in een lastig parket. Tegen hun zin, maar meegaand in de maalstroom van de ontwikkelingen, hebben ze hun bedrijven groter gemaakt, meer dieren genomen en andere methoden van landbouw en veeteelt omarmd. Ze deden het vaak tegen beter weten in.

Het boerenleven heeft een revolutionaire ontwikkeling doorgemaakt. Kleine boerenbedrijven konden het hoofd nauwelijks boven water houden. Moesten eigenlijk investeren, maar de daaruit voortvloeiende schuldenlast hing als een “zwaard van Damocles” boven hun hoofd.

Anderen, die wel moderner methodes gingen gebruiken, met grotere akkers, moesten daarvoor ook veel weg saneren. Het landschap werd compleet veranderd. Maar werd het ook beter? Op dit moment is dat maar de vraag.

Rebanks beschrijft hoe het was, hoe het veranderde en hoe het eigenlijk weer zou moeten. Kleinschaliger, zonder of in ieder geval met veel minder kunstmest. Met aandacht voor het landschap, want de heggen, bomen en struiken hadden een doel. Ze beschermden de landerijen, dienden als nestelplek en bieden een schuilplaats aan wild.

Een interessant boek, waar veel over na te denken is. Want niet alles is zwart/wit, al lijkt het er soms in de politiek wel op.

Armoede

Steeds vaker lees je over kinderen die zonder ontbijt naar school moeten. Dat is toch verschrikkelijk.

Bron: Google foto’s

Toen ik klein was, was het bij ons thuis echt geen vetpot. Soms moest mijn moeder eerst melkflessen inleveren om van het statiegeld brood en beleg te kunnen kopen.

Maar ik kan niet herinneren dat er geen eten was. Dat was er altijd. Misschien niet zo uitgebreid, soms geen spekkie naar mijn bekkie. Maar zonder ontbijt naar school of met een knorrende maag naar bed, ik kan het me niet herinneren.

Nu alles duurder wordt en de energieprijzen de pan uit rijzen, wordt het stilaan noodzaak op de kleintjes te letten. Soms zijn prijsverhogingen duidelijk, soms verborgen. Ook kan het geen kwaad alle uitgaven eens tegen het licht te houden. Hoe “noodzakelijk” is het soms?

Mijn moeder lette op elke cent die ze uitgaf. Maar nu hebben we een bankpas en geven we zo makkelijk geld uit. En voor je het weet is het saldo opgegaan aan…. ja, waaraan. In veel huishoudens zal ongetwijfeld nog bezuinigd kunnen worden, maar eten is en blijft een eerste levensbehoefte.

En kinderen in de groei moeten echt ontbijten. En dat hoeft geen kapitalen te kosten. Een witte of bruine boterham met kaas, worst of zoet beleg. En voor wie dat niet wil is er natuurlijk nog altijd zoiets als havermout of pap met melk of yoghurt en wat appel of honing.

En kom met nou niet aan dat “suiker de pest voor je lijf is”, want al vele generaties zijn er groot mee geworden. Beter een beetje zoetigheid dan flauwvallen in de klas!

Borstels en bezems

Sinds lange tijd liep ik weer eens over de Lijnbaan. Al lang niet meer de chique winkelstraat die het vroeger was. Toen allerlei mooie zaken, nu voornamelijk (vr)eettenten, goedkope mode- of sneakerwinkels. Of ben ik te oud voor deze tijd?

Toen de Lijnbaan in 1953 werd geopend, werkte mijn zus op het Stadhuisplein. Je kunt je voorstellen dat al die fraaie winkels door haar en haar collega’s druk bekeken werden. Hoeveel dromen over mooie schoenen, tassen, fraaie japonnen en nog veel meer (toen) te dure aankopen zullen er wel bij elkaar gedroomd zijn.

Er zaten toen ook nog veel speciaalzaken. Er was de handschoenenwinkel van Laïmbock en de winkel van Th. Malais, gespecialiseerd in borstels, zeemlederen lappen en stofdoekenmandjes. Mijn zus was toen 23 en had al vaste verkering. Er was sprake over verloven en trouwen.

Ik hoorde haar wel met mijn moeder praten over ragebollen, meubelborstels, sponsen en hoe je het best kon ramen lappen. En waar die spullen moest kopen.

Zoiets ging mij niet aan. Mijn interesse lag bij een andere speciaalzaak op de Lijnbaan, die van Meijer en Blessing, voor speelgoed.

De zaak van Malais is al weer jaren weg, opgegaan in een ander bedrijf of gewoon failliet bij gebrek aan klanten. Stofdoek en meubelschuiers zijn vervangen door swiffer en microvezels.

Vakantieherinnering

Je ziet soms hier in Nederland mensen fietsen met tassen aan het stuur en kinderen achterop. Maar in Vietnam hebben we vaak nog veel meer dingen aan een fiets zijn hangen.

Het lijkt wel of deze handelaar zijn hele winkeltje mee neemt op of aan zijn fiets.

Heel zwaar zal al dat plastic niet geweest zijn, maar of hij nou prettig reed…? Ik betwijfel het.

Feestje

Hoewel Leo geen groots feest wilde met zijn verjaardag, lieten de jongens het toch niet ongemerkt voorbij gaan. Al maanden tevoren hadden ze er over gedacht. Geen fanfare, geen poppen in de tuin, geen slingers in de kamer. Maar wel gebak (natuurlijk) bij de koffie en wat kleine hapjes bij de borrel. En dan…..?

Toen stond er een taxibusje voor de deur. Waarheen was nog onduidelijk, maar we gingen richting Rotterdam-centrum. We werden afgezet bij een tramhalte. Niet zomaar een halte, maar de stop voor de nostalgische tram. Zo’n mooie oude vierkante tram, met de bestuurder aan een groot rond stuur. Met een koordje, waaraan de conducteur trok en door middel van een belletje aangaf dat iedereen in- of uitgestapt was.

Leo had als kind de droom om trambestuurder te worden. In zijn schooltijd spijbelde hij nog wel eens een ochtend of middag om heerlijk met de tram de stad te doorkruisen. En dat deden we nu dus ook. Die nostalgische tram rijdt voor iedereen door de stad, dus er stapten meer mensen op. Heel even leek de tijd stil te staan.

Aan het einde van de rit liepen we over de Lijnbaan naar een gezellig café voor een borreluurtje, natuurlijk met bitterballen.

En rond etenstijd verkasten we opnieuw naar een origineel Chinees restaurant, waar we een heerlijk authentiek Chinees diner kregen voorgeschoteld.

Een gezellige dag, waar we herinneringen ophaalden en veel gelachen hebben. En Leo, die is al weer gewoon aan zijn leeftijd gewend 😉

Pompoenen

We reden langs velden doorspikkeld met grote oranje bollen in allerlei maten. En langs de kant van de weg kraampjes, karretjes of flinke karren met pompoenen in allerlei kleuren, vormen en maten. Ze werden gretig gekocht, vaak stonden er al mensen bij. De keuze was soms moeilijk. Niet alleen door de hoeveelheid, maar ook doordat er flinke zware jongens bij zaten. En op de fiets is zo’n pompoen toch lastig ….

Vroeger waren ze toch een beetje excentriek, buitenissig. Maar nu kun je je bijna geen groentezaak meer zonder voorstellen.

Natuurlijk stopten we bij zo’n kar. Ik had ze voor het uitzoeken. In de auto stond al een doos. Kwam dat mooi uit! Die was dus rap gevuld. Netjes geld in de kassa gedaan, natuurlijk.

En thuis alles uitgestald op het rek voor het raam. Nog wat takken en blad erbij zoeken en ik ben klaar voor de herfst.

En straks naar de groentenman, want natuurlijk wil ik ook pompoensoep maken. Met gember, lekker!

Dranken

Er zijn al veel dingen verdwenen uit ons dagelijks leven. Dat klinkt dramatisch, maar dat is het niet hoor! Maar zo nu en dan word je ineens herinnerd aan iets uit vroeger tijd.

Wie nu, zo rond een uur of half vijf, begint aan een borreluurtje, schenkt heel andere dranken dan vroeger. Mijn vader dronk een jonge borrel en voor mijn moeder werd een glaasje citroenjenever ingeschonken. Met een lepeltje suiker. Daarbij een piepklein lepeltje, waarmee de suiker werd opgelepeld.

Leo is altijd een bierliefhebber geweest en ik mocht graag een glaasje sherry, liefst zo droog mogelijk, drinken. In de 50- en 6-er jaren stond bij mijn zus en zwager een verzameling likeurtjes in de kast. Die werden niet elke dag gedronken, maar spaarzaam geserveerd aan de (dames)-visite.

Eén zo’n drankje herinner ik me nog goed. Het heette “Parfait d’Amour” en had een giftig paarse kleur. Mijn zwager schonk het in lage, wijde coupes. En dat gaf een dramatisch effect, vond ik. Geen idee hoe het smaakte. Ik was toen nog in de ranja-leeftijd.

Parfait d’Amour is nog steeds te koop, maar zal nu wel gebruikt worden voor cocktails. Kopen zal ik het niet, de kleur staat me niet aan en voor cocktails hoef je me niet wakker te maken.