Niet voor iedereen

Bron:
THE GATE APPRECIATION SOCIETY/Facebook

Soms krijg je op Facebook dingen te zien waar je niet om gevraagd hebt. Je kunt ze wegklikken, maar vaak vind ik het toch wel leuk.

Zo ben ik sinds enige tijd aangesloten bij “THE GATE APPRECIATION SOCIETY”, een (uiteraard) Engels clubje dat overal op zoek is naar leuke of speciale hekken.

In Groot Brittannië zijn die gemakkelijker te vinden dan in Nederland. Hier zijn het vooral 13-in-een-dozijn-hekken, maar aan de overzijde van de Noordzee kun je je fantasie botvieren op van alles en nog wat.

En zo ontdekte ik dit hek, met een levensgroot spinnenweb met bijbehorende spin. Misschien wel ter afschrikking van vampieren of spoken…?

Maar sommige mensen zullen ook met angst en beven zo’n hek door stappen. Misschien wel het hele bezoek afzeggen, wie weet.

Ik niet hoor. Spinnen zijn tenslotte zeer nuttige dieren, die ook een plek in de biodiversiteit verdienen.

Vind ik ze, dan vang ik ze en zet ze buiten. Daar horen ze tenslotte.

Leuk stel

Je kunt van alles verzamelen, dus ook peper-en-zoutstelletjes.

Niet dat ik dat doe, maar zou ik zo’n verzameling hebben, wilde ik deze er vast aan toevoegen.

Toen ik ze voor het eerst zag, dacht ik dat het een echtpaar voorstelde. Maar mevrouw is veel te chique voor zo’n varken als man. Al lijkt het wel of ze vlucht ze voor zijn onbehouwen gedrag? Maar nee, het zijn twee aparte setjes.

Ik vind ze geinig en ze vormen allebei een leuk gespreksonderwerp voor een beetje saai etentje…

Plastic

Straks zijn alle plastic tasjes verdwenen uit de supermarkt. Is dat erg? Nee, natuurlijk niet. We kunnen best zonder plastic.

Maar waarom zit er dan nog wel zoveel in plastic? De champignons, paprika, tomaat. Allemaal verpakt in plastic.

Kijk, dit zag ik gisteren. Extra verpakking alom. Ik vind zoiets een aanfluiting.

Als we er dan toch af moeten, kun je beter maar meteen rigoureus aanpakken.

Er zijn vast slimme mensen die plasticvrije en toch kruimel- of lekvrije verpakkingen kunnen bedenken.

Lente

Ik geloof dat de meteorologen de lente op de eerste dag van maart laten beginnen. Maar voor mij begint de lente officieel op 21 maart. Officieus zie ik de lente inmiddels al overal. Na de sneeuwklokjes schieten krokussen, narcissen en anemoontjes de grond uit.

En als de zon schijnt en je een beetje ui de wind gaat staan, voel je de zon al duidelijk. En dat is zo fijn.

Op internet begint ook de lente weer, in de vorm van “Beleef de lente“. Al sinds 2007 kun je in dit jaargetij mee kijken hoe diverse soorten vogels, zoals steenuil, kerkuil, ooievaar en zeearend zich voorbereiden op het leggen van eieren.

Elk jaar is het weer een belevenis en de mogelijkheid om via je computer, laptop of telefoon mee te gluren bij al die dieren. Meeleven met het wel en wee van nesten bouwen, eieren leggen of inbrekers of nestkrakers te verdrijven.

Ik vind het altijd weer spannender dan een detectiveverhaal. Ik zet in ieder geval de link vast op mijn computer en op mijn telefoon. Dat wordt weer vogelfilmpjes bekijken voor ik slapen ga.

Blauw van toen

Er was een tijd dat de Postgiro je probeerde te verleiden om je zuurverdiende centjes, nou ja het liefst guldens, op een girorekening te zetten.

De meeste mensen hadden toen nog niet zo veel (spaar)geld. Als ze al spaarden, ging dat nog met een boekje en hun kapitaaltje werd met kleine bedragen, veelal muntjes, bijeengebracht.

Toen begon de welvaart zich te manifesteren en kijk, we werden bestookt met allerlei reclameteksten, zoals “GIROBLAUW PAST BIJ JOU”.

We moesten massaal aan de postgiro, de betaalkaart en later aan zo’n handig betaalpasje.

En waar verleid je de mensen mee? Met muziek natuurlijk. Dus bracht de Postgiro destijds platen uit, in een mooie blauwe hoes met die gezellige blauwe leeuw. Laatst kwam ik zo’n plaat in een tweedehands winkel tegen.

Met natuurlijk allemaal blauwe nummers erop, zoals Blue-berry Hill, Mammy Blue, Blue Velvet, Blue Moon, Blue On Blue en Lavender Blue en nog wat andere nummers.

Ach kom daar nou eens om. De Postgiro is al lang niet meer blauw, maar oranje. En cadeautjes ….? Welnee, dat is allemaal verleden tijd.

Roodkapje

Ongecensureerd en in de oorspronkelijke vertaling (denk ik, want vrolijk en ongegeneerd “geleend” van het radioprogramma De Sandwich van 26/2/2023) zet ik hier een gedicht van Roald Dahl.

ROODKAPJE EN DE WOLF

Op een der eerste lentedagen
voelde Wolf de honger knagen,
dus klopte hij bij grootmoe aan.
Zij deed open, zag hem staan
met scherpe tanden, valse lach.
Hij gromde grijnzend: ‘Goedendag.’
De arme grootmoe schrok zich naar:
Straks eet hij me op met huid en haar.
Ze sloeg de spijker op zijn kop,
want hij vrat haar in één hap op.
Maar grootmoeder was taai en schriel,
hetgeen de wolf maar slecht beviel.
‘Ze is te weinig,’ klaagde hij,
‘dat is toch geen heel maal voor mij.
Na zo’n schriel scharminkel moet je
als wolf minstens nog een toetje.’
Terwijl hij heel boosaardig lachte,
zei hij: ‘Ik denk, dat ik zal wachten
tot Roodkapje, ’t mals, jong ding,
terugkomt van haar wandeling.’
Grootmoe’ s kleren, moet je weten,
die hij natuurlijk niet had opgegeten,
heeft hij opgeraapt en aangetrokken;
haar jas, haar muts en ook haar sokken.
Hij kamde en krulde zelfs zijn haar.
In grootmoe’s stoel zat Wolf toen klaar.
Het kleine meisje kwam al gauw
en vroeg aan Wolf traditiegetrouw,
‘O grootmoe, wat heb je ’n grote oren.’
‘Dan kan ik je beter horen.’
‘Wat ’n grote ogen!’ zei ze zoet.
‘Dan kan ik beter zien wat je doet,’
zei de Wolf, terwijl hij naar haar staarde,
en watertandde en likkebaardde.
Na dat karkas, vol bot en haar,
dacht hij, smaakt zij als kaviaar.
Maar Roodkapje knipoogde en zei:
‘O wat een mooie bontjas heb jij!’
‘Fout!’ riep Wolf haar nijdig toe.
‘Wat heb je een grote tanden, grootmoe,
dàt moet je zeggen, ezelskop.
Nou ja, dan eet ik je zo maar op.’
’t Kind lacht en trekt in een wipje
een revolver uit haar slipje.
Ze richt hem op het grote beest
en beng, beng …die is er geweest!
Een week of wat later, ik weet ’t nog goed,
heb ik in het bos Roodkapje ontmoet.
Ik herkende haar bijna niet, dat snap je,
zo zonder cape en zonder rood kapje.
‘Hallo!’ riep ze vrolijk. ‘Zie je wel
mijn prachtige bontjas van WOLVENVEL!’
Roald Dahl
(vertaling Huberte Vriesendorp)
Uit: Gruwelijke rijmen. Fontein)

Maandag met muziek

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

Een pittig begin van de week, met een stevig nummertje swing: The Lindy Hop scene in Hellzapoppin’ (1941).

Als de clip niet opent, dit is de LINK

Moederstaal

Mijn moedertaal is natuurlijk Nederlands, maar gesproken met een Rotterdams ondertoontje.

Maar Moederstaal is de taal die vooral ligt in de talloze zinsneden, gezegden en gevleugelde woorden die alle moeders bezigen.

“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”, zei ze als ik weer een maffe inval had of stond te dansen voor de spiegel.

“Je liegt, het staat op je voorhoofd geschreven”. Nou, op m’n voorhoofd stond vast niks, maar ik bloosde tot onder mijn haren bij een leugentje om bestwil.

“Doe je dondertje goed, want je zieltje zit erin” was een uitdrukking om iets lekkers te eten. Dat kon nooit kwaad.

En hoe ouder ik wordt, hoe meer ik me zulke uitspraken herinner…!

Gevonden via internet

Boek

Ana Johns: Het meisje in de witte kimono

Een boek over Japan, dat trekt sowieso mijn belangstelling. In dit boek gaan we terug naar 1957, een paar jaar na de bezetting door Amerika. Al zijn er dan nog steeds Amerikanen in Japan gestationeerd.

Hun aanwezigheid is vaak een doorn in het oog van ouderen, die de nederlaag van Japan niet kunnen verkroppen. Maar de pubers vinden die jonge militairen wel interessant. Met hun opvallende uniformen, hun muziek, hun optimisme.

Het is dan ook niet raar dat er relaties tussen de Amerikaanse jongens en Japanse meisjes ontstaan.

Ook Naoko valt als een blok voor Jimmy, die op zijn beurt zichzelf verliest in haar mooie ogen. Ze maken plannen, zien de toekomst door een roze bril.

Maar de ouders van Naoko wil dat ze een verstandshuwelijk aangaat. Dat zal beter zijn voor de hele familie en beter passen in de Japanse tradities.

Van alle plannen komt niets terecht. Jimmy gaat terug naar Amerika, trouwt er en krijgt een dochter. Jimmy is een lieve vader en dus is Tori ontroostbaar als haar vader sterft.

De brief die hij haar op zijn sterfbed heeft gegeven, werpt een heel ander licht op zijn leven, zijn verhalen. Wat moet ze geloven, wat is fictie, wat is werkelijkheid?

Dus gaat ze op zoek. Als onderzoeks-journaliste heeft ze vaker dingen uitgeplozen. Maar nooit was het zo persoonlijk. Wat zal ze ontdekken aan de andere kant van de oceaan?

Een prachtig en ontroerend boek, waarin ik telkens op het verkeerde been werd gezet. Niets is vanzelfsprekend, er is meer dan genoeg om uit te zoeken.

Fabeltje

Op Pinterest vind ik soms naast plaatjes ook verhaaltjes. Meestal met net een beetje te veel schuine moppen-gehalte. Maar dit fabeltje was anders. En heel erg actueel. Verder zoeken leidde me naar diverse websites, die hetzelfde verhaaltje publiceerden. Ik ben dus niet origineel, maar vind het te leuk om het niet te plaatsen.

De leeuw en de mier

De mier kwam alle dagen te vroeg op het werk en begon onmiddellijk te werken; zij was productief en zeer tevreden. Haar baas, een leeuw, was verbaasd dat de mier werkte zonder toezicht. Hij dacht: als zij zoveel presteert zonder supervisie, zou ze dan nog meer presteren onder permanent toezicht? Hij wierf een kakkerlak die een grote ondervinding had in het superviseren en die prachtige rapporten kon opstellen.

De eerste maatregel die de kakkerlak nam, was een prikklok plaatsen om het komen en gaan van de mier te registreren. Vervolgens had de kakkerlak een secretaresse nodig en een spin om het archief te beheren en de telefoongesprekken te controleren.

De leeuw was zeer tevreden over de rapporten van de kakkerlak en vroeg hem bovendien de productie in een grafiek te zetten. Het is toen dat de kakkerlak een computer en een laserprinter aanschafte en een vlieg aanwierf om de informatica te beheren. De mier, kortgeleden nog productief en stralend, werd wanhopig van die berg papier en van al die vergaderingen die haar tijd opslorpten!

De leeuw vond dat het tijd werd om op de werkplaats van de mier een sectorverantwoordelijke aan te stellen. Deze post werd toevertrouwd aan een krekel die, om te beginnen, een ergonomische stoel aankocht voor zijn kantoor en vast tapijt liet plaatsen. Deze nieuwe verantwoordelijke had ook een computer nodig en een assistente.

Op dit ogenblik kon de mier er niet meer om lachen en zij maakte zich iedere dag kwader en kwader. Het is toen dat de krekel zijn baas, de leeuw, er van overtuigde dat een studie van de werksfeer absoluut noodzakelijk werd. Na de werklasten te hebben bestudeerd stelde de leeuw vast dat de dienst waar de mier werkte niet meer zo productief was als vroeger.

Hij wierf een uil aan, die bekend stond als een vermaard en eersteklas raadgever, om een audit te doen en een oplossing voor te stellen. De uil liep drie maanden rond in de kantoren en stelde een enorm dik rapport op met als besluit: er is te veel vast personeel in deze onderneming.

En raad eens wie de leeuw het eerst ontsloeg? De mier natuurlijk want: “Zij gaf blijk van een tekort aan motivatie en had een houding die tot conflicten leidde”.