Pruimen

Eigenlijk denk dat je het nergens meer kunt kopen, pruimtabak. Ja, in Indonesië zagen we het nog vaak, ook in Birma. Mensen met brokkelige zwarte tanden van het kauwen van betelblad. Het scheen zelfs een beetje mode te zijn. Ik vond het een vreselijk vies gezicht.

Vroeger kauwde men hier ook op tabak, pruimtabak. Je kon het gewoon kopen bij de tabakswinkel. Mijn moeder hielp bij zo’n winkel in de buurt en soms mocht ik ook achter de toonbank staan en sigaren, sigaretten en dus ook pruimtabak verkopen.

Sommige mensen hadden thuis een kwispedoor, een flinke pot waar de uitgekauwde prut in gespuugd werd. Wij hadden zo’n ding gelukkig niet in huis, al pruimde mijn opa wel.

Dan kwam hij bij zijn wekelijks bezoek op vrijdagavond al kauwend binnen. Ik vond hem niet zo aardig, want hij was vaak onhebbelijk tegen mijn moeder.

En was dan ook blij als hij rond een uur of negen weer naar huis ging. Dan kreeg ik meestal een dubbeltje. Maar soms “verraste” hij me een stopte dan zo’n warme, zachte en natte klets in mijn hand.

Ik word nog kotsmisselijk als ik er aan denk. Nee, ik had geen goede band met mijn opa. Maar een stukje over pruimen op de scheurkalender bracht me op dit blogje.

Papier

We hebben het allemaal nodig, elke dag. Vroeger gebruikte men een stukje krant, nu is het zachtste nog niet zacht genoeg.

Toiletpapier, het is absoluut niet het duurste deel van de boodschappen, maar wel het meest in trek. Maar dat je er om zou moeten vechten en dat er thuis een zeer ruime voorraad noodzakelijk is, lijkt me toch overdreven.

Maar daar blijken anderen dus geheel anders over te oordelen. De chef van een groot Plus-filiaal in Utrecht dacht dat een leuke aanbieding wel klanten zou trekken. En dat heeft hij geweten. De rollen wc-papier werden uit de handen van zijn medewerkers gerukt, mensen gingen bijna op de vuist en binnen no time was alles weg.

Het filmpje van de TV werkte bij mij vooral op de lachspieren, maar ik denk ook dat er een draadje los is bij de mensen die zo tekeer gaan.

Als het filmpje niet start, dit is de link

Maandag met muziek

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

Een song waaraan velen een herinnering zullen hebben. Het was in 2002 hét evenement van het jaar, met dé traan. En daarvoor zorgde toen Carel Kraayenhof met Adios Nonino.

Als de clip niet start, klik hier op de link

Huilen

Bron: Google afbeeldingen / Quest junior

Het is niet druk in de metro. Voor ons zitten twee meisjes, zo te zien schoolvriendinnen. Natuurlijk hebben ze een telefoon in hun handen. Ze bekijken de berichten bij elkaar, wisselen filmpjes uit en kletsen ondertussen honderd uit.

Plotseling glipt een telefoon uit de hand en valt op de grond. “O jee, als tie nou maar niet kapot is” zegt het meisje met het rode haar. “Oh nee, dat kan niet hoor!” Gelukkig blijkt alles nog goed te werken en gaat het gesprek moeiteloos verder.

Toch heeft het voorval wel indruk gemaakt, merk ik wat later. Want dan zegt de roodharige “Ik zou niet weten wat ik moest doen als m’n telefoon kapot zou zijn. Als ik er aan denk, kan ik huilen”. Ze zucht en kijkt haar vriendin aan.

Die knikt en antwoordt: “Hoe zouden ze vroeger toch geleefd hebben. Geen telefoon, wat moet je dan toch de hele dag doen?

Hysterisch gedoe

Soms denk ik dat we hier in Nederland de weg compleet kwijt zijn. Over de meest simpele dingen wordt een toestand gemaakt alsof de wereld aan zijn eindje is.

Bron: Google foto’s / ANP

Neem nou het weer. Het vroor deze week. Lekker pittig weer, met een beetje zonneschijn. Prima weer om een wandeling te maken. Wie op de fiets moet, heeft beslist wel een muts en handschoenen om zichzelf warm te houden. En wat heerlijk is het dan om binnen te stappen in een behaaglijke warmte.

En voor veel mensen de voorpret van weer op natuurijs te kunnen schaatsen.

Maar op het nieuws niets anders dan codes en berichten om je te beschermen. Ik zag een bericht voorbij komen waarin verteld werd hoe je “niet zou bevriezen”. Nota bene, het was nauwelijks 5 graden onder nul. En ja, met de wind was het best koud.

Maar in 1963, ik zat op de MULO, was er wekenlang veel meer vorst. En ik -en ook medescholieren- had nog nooit van thermokleding, fleecetruien of warmtekussens gehoord, laat staan dat we het gebruikten.

De nieuwsgaring nu loopt van overdreven naar rampzalig. Wanneer beseffen we nu eens dat het weer deel uitmaakt van de natuur en dat we daar weinig tot niks aan kunnen veranderen.

Laten we vooral de prettige kanten van zulk weer benadrukken. Al schaats ik zelf al lang niet meer, ik kan met veel plezier kijken naar de mensen die op het ijs zijn.

Wandelen

Na vele weken niet wandelen met de Ganzen omdat het weer niet meewerkte, dreigde het deze week niet door te gaan omdat er andere dingen op het programma stonden.

Maar gelukkig, één Gans wilde en kon wel en stelde voor een rondje Kralingse Plas te maken.

Voor haar op loopafstand, voor mij beginnend en eindigend met een ritje met de metro. Weer eens wat anders.

Het Kralingse bos was nog stil, misschien vanwege de kou? Maar zo liepen we onder een stralend blauwe lucht langs een rustige en stille plas.

Natuurlijk koffie onderweg en van alles bepraat. Fijne wandeling. Deed me goed.

Knoppen

Voor autorijden draait Leo zijn hand niet om. Hij heeft inmiddels bijna 60 jaar ervaring achter het stuur, is vele malen -qua afstand- de wereld rond gereden en dat in allerlei soorten auto’s. Van grote bestelbus tot een kleine Fiat 500, oftewel een “rugzakje”.

Toch moest hij vorige week even slikken toen hij een vervangende auto leende. Het was een gloednieuwe Nissan Juke en uitgerust met talloze snufjes. Een dashboard met allerlei knoppen, een groot display, piepjes die te pas en te onpas gingen werken.

Het begon al met een sleutel die geen sleutel was. Een zwart en zwaar object, waarmee je de auto kon openen en op slot kon doen en starten natuurlijk. Knopjes met ribbels, zwart op zwart. Niet zo handig dus. Maar geen sleutel en waar laat je zo’n ding dan in de auto? Typisch iets om kwijt te raken….

Geen handrem, maar ook weer een knop ergens op de middenconsole. Sensoren, een achteruitrijcamera, kortom een technisch wonder. Maar wel een waar je tijd voor vrij moest maken om alles te leren bedienen.

Er lag gelukkig een beknopte handleiding in de wagen en Leo kon alles even rustig bekijken. Natuurlijk reed hij uiteindelijk wel weg.

Naast de beknopte handleiding was er ook een “gewone”. Die was dik als een bijbel en zat in een -ook weer- zwarte hoes. Ondanks alle moderniteiten, werd die handleidingshoes afgesloten met een armetierig en slap elastiek. Daar had ík nou wel een moderne en geavanceerde magneetsluiting voor verwacht.

Maar wat was ik blij dat ik zelf niet in deze kar hoefde rijden en we ’s avonds weer in onze eigen vertrouwde auto konden stappen.

Gewone mensen

Leo wilde de tentoonstelling “Ordinary People” van Rob Hornstra in het Fotomuseum in Den Haag graag zien, dus namen we de metro.

En dat ritje combineerden we met nog meer zaken die we te regelen hadden. We namen de tram naar de Frederik Hendriklaan, waar we hongerig uitstapten. We aten een broodje, handelden onze verdere boodschappen af en gingen daarna naar het Fotomuseum.

De tentoonstelling omvat voornamelijk foto’s van mensen, gewone mensen zoals jij en ik. Niet opgedoft of afgestoft, maar in hun dagelijkse omgeving. Mensen die het geluk zoeken en hopen te vinden daar waar ze leven en werken. Ook al is dat niet de ideale plek om te zijn, op hun manier zijn ze er trots op en dat zie je aan de foto’s ook af. Mensen die het beste er van maken, ook al gooien de omstandigheden, de natuur of hun plek in de wereld vaak roet in het eten.

Het waren niet de vrolijkste foto’s, maar ze maakten iets in ons los. En daardoor zagen we de schoonheid en waarde ervan in.

Rob Hornstra gaf ons een blik op een wereld die we niet zo goed kennen, maar ons wel raakte.

Wirwar

Als we op dinsdagmorgen beginnen met de Zangclub, heeft Monique alles al in orde gemaakt.

En telkens verbaas ik me weer over al die dradentroep die zij moet ontwarren.

Want we mogen dan leven in een “draadloze” omgeving, de beschikking hebben over Wifi, 3-, 4- of 5g, geavanceerde telefoons gebruiken en stoeien met laptops, tablets en weet ik veel nog meer, we blijven tenslotte ten allen tijde afhankelijk van al die draden.

Draden die ons zouden moeten verbinden, maar soms de voortgang van de les een beetje moeilijk maken. En hoe meer toestellen of apparaten, hoe groter de wirwar van draden en draadjes wordt.

Daarom maakte ik er maar eens een foto van.

Niet dat het helpt om alles eenvoudiger te maken, maar een blog levert het mij in elk geval wel op 🙂

Maandag met muziek

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

Deze week start ik met een lekker nummer, met pittige beats, gezongen door John Batiste: Freedom

Als de clip niet start, dit is de link