Het sloeg in als een bom in 1980. Dagen, weken, maandenlang was het niet uit het nieuws weg te denken. Het gifschandaal in Lekkerkerk, waar een woonwijk op vergiftigde grond gebouwd bleek te zijn.
Men ging voortvarend te werk. De mensen moesten hun huis uit, mochten niet meer in de grond graven of werken, kinderen mochten niet meer op straat spelen. Een golf van angst spoelde over de wijk.
Lekkerkerk had toendertijd een burgemeester die het klappen van de mediazwepen kende. Hij was presentator van het programma De Ombudsman geweest en zorgde er dan ook voor dat de affaire niet in de doofpot belandde.
De grond werd afgegraven, gereinigd en nieuwe grond werd gestort. Na verloop van tijd gingen de bewoners terug. De gezondheidsschade bleek niet aantoonbaar. Maar wat moet het een impact op de mensen gehad hebben.
We kregen een “Wet op de bodemsanering” en voortaan was iedereen gehouden om te zorgen dat zoiets nooit meer zou vóórkomen. Ja, ja…….!
De veroorzakers van de verontreiniging -de transporteur en de verffabriek- sloten pas in 2008 een overeenkomst en betaalden elk één miljoen euro, waarvan de gemeente een kwart kreeg.
Nog regelmatig komen er op diverse plekken in het land verontreinigingen aan het licht, maar zo veel palaver als destijds veroorzaken die niet meer.